Download Print deze pagina

PEM PEMSERTER S2000 Series Handleiding Voor Gebruik En Onderhoud pagina 84

Advertenties

• De moerpoorten bestaan uit twee delen: (1) het eerste deel van de moerpoort wordt de
moerconversiebeugel genoemd. De moerconversiebeugel wordt op de universele escapement
aanpassingstuk bevestigd met behulp van twee vleugelmoeren en twee positioneringpennen.
(Het universele escapement aanpassingstuk wordt aan de zijkant van de triltrommel gehecht
door twee T-vormige handvaten.) (2) Het tweede stuk van de moerpoort biedt toegang tot een
"specifiek" kanaal dat alleen juist gepositioneerde moeren naar de shuttle voert. Dit
onderdeel is bovenop de moerconversiebeugel aangebracht met twee positioneringpennen en
is beveiligd met een vleugelmoer.
• De voor de draadeinden gebruikte escapements zijn "draadeindspecifiek" en kunnen een van
twee types zijn. Het eerst type vergt dat het "universele escapement aanpassingstuk" aan de
zijkant van de triltrommel wordt vervangen met het draadeind escapement door twee T-
vormige handvaten te gebruiken. Het tweede type wordt op de "universele escapement
aanpassingstuk" gemonteerd met het moer gat aanpassingstuk verwijdert.
• Nadat het escapement is gemonteerd, drukt u de luchtslang van de luchtdrukkamer in de
luchtopnameconnector van het escapement. De luchtdrukkamer heeft twee functies: (1)
overtollige en verkeerd gepositioneerde bevestigers van het bovenste gedeelte van de
triltrommel terug in de triltrommel blazen en (2) een licht vacuüm tot stand brengen (alleen
voor de installatie van moeren) wat helpt om de moeren in het escapement-kanaal te zuigen.
• Stel de druk van de luchtdrukkamer bij door aan de stroomregelingsknop van de
luchtdrukkamer te draaien. Deze knop bevindt zich onder de ruimte waar het escapement is
gemonteerd.
Shuttle en slang
• Het doel van de shuttle is de bevestigers een voor een van het escapement naar de ingang van
de erop passende plastic slang te voeren, die op haar beurt de bevestigers naar het pons-
/aambeeld-gebied brengt.
• Om te voorkomen dat bevestigers verkeerd worden gepositioneerd, is elke shuttle en elke
slang onderdeelspecifiek ontworpen. Daarom blijven de shuttles gewoonlijk op de erop
passende slangen aangesloten en worden deze als één geheel gemonteerd.
• Bij het installeren van een shuttle: (1) sluit de shuttle aan op de luchtcilinder van de shuttle.
Deze luchtcilinder is op dezelfde beugel gemonteerd die de shuttle na installatie ervan
ondersteunt. De functie van deze luchtcilinder is de slee van de shuttle heen en weer te
duwen. Om de luchtcilinder op de shuttle aan te sluiten, schuif de trekhaak van de shuttle
over de tip op het einde van de cilinderstand; (2) plaats de shuttle over de twee
positioneringpennen en bevestig de shuttle met de ene vleugelmoer. Zorg dat er een ruimte is
van ongeveer 1 cm (0,04") tussen de shuttle en de afvoer.
Slangextensie, klauwen, pons
• Schuif de pons in de onderkant van de veiligheidsbehuizing en maak hem vast door de twee
stelschroeven aan te draaien.
• Schuif het aambeeld in de aambeeldhouder en draai de stelschroef aan om het op zijn plaats
te houden.
Copyright 2013 by PennEngineering
®
80 of 109

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pemserter s2009Pemserter s2019