SYMPTOMEN
E. Defecten aan de gereedschapsuitrusting
• 1. Indien:
• De luchtdrukkamer
niet juist werkt
• Aanjager 1 niet juist
werkt
• Aanjager 1 niet juist
werkt
• De shuttle niet heen
en weer glijdt
• De bovenste slee
van de gereedschaps-
uitrusting vooraan
niet verder schuift
• De ondertoevoer-
moeren niet worden
uitgeduwd naar het
aambeeld
• De greep-assem-
blage niet werkt
2. De injector is
defect.
3. De shuttle zit vast.
4. Moeren of draadein-
den worden niet juist
door het escapement
getrokken.
5. Door de lengte van
de draaideinden raakt
de slang verstopt
6. De shuttle vibreert
met de triltrommel.
Copyright 2013 by PennEngineering
DIAGNOSE & MOGELIJKE
OORZA(A)K(EN)
a. Kijk de output-module na, kijk
of het overeenkomende LED
brandt en of de module 24 volt
naar de solenoïde stuurt.
a. Kijk na of er een veer gebroken
is.
b. Kijk na of een draadeind of
afstandstuk geblokkeerd zit.
a. Er zit een bevestiger geklemd.
a. De afvoer is niet uitgelijnd
a. Bochten in de slang zijn te kort.
a. De shuttle is te dicht bij de
afvoer.
®
MOGELIJKE
OPLOSSING(EN)
a. Vervang de output-module
indien er geen 24 volt wordt
afgegeven of, indien 24 volt
wordt afgegeven, vervang de
solenoïde.
a. Vervang de veer.
b. Verwijder de geblokkeerde
bevestiger.
a. Verwijder de bevestiger.
a. Positioneer de afvoer
opnieuw.
a. Recht de slang en buig ze
naar het frame en vervolgens
door de slangklemmen op het
frame.
a. Zorg dat er een ruimte is
van ongeveer 1 mm (0,04")
tussen de shuttle en de afvoer.
107 of 109