Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss ADAP-KOOL AK-CC 550A Gebruikershandleiding pagina 7

Meubel- celregelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

Gecoördineerde ontdooiing
Er zijn twee manieren waarop gecoördineerde ontdooiing kan worden
uitgevoerd:
Of door bedrading tussen de regelaars of via de datacommunicatie.
Bedrading
De digitale ingang DI2 wordt verbonden tussen de regelaars.
Zodra een regelaar een ontdooiing start, zullen alle andere regelaars
volgen en eveneens een ontdooiing starten. Na de ontdooiing gaan de
regelaars in een wachtpositie. Zodra alle regelaars in de wachtpositie
zijn, zal de koeling weer aanvangen.
Coördinatie via datacommunicatie
Hier zal het systeem (netwerk) de coördinatie afhandelen.
De regelaars worden gegroepeerd in ontdooigroepen en de systeemunit
(gateway/SM) zal ervoor zorgen dat deze groep ontdooit volgens een
wekelijks schema.
Zodra een regelaar klaar is met ontdooien, zal deze een signaal sturen
naar de systeemunit en vervolgens in de wachtpositie gaan. Als iedere
regelaar binnen de groep in de wachtpositie staat, zal koeling weer
worden toegestaan voor alle regelaars.
Ontdooien
1 Op basis van koeltijd
Als de opgetelde koeltijd een ingestelde tijd overschrijdt, zal een ont-
dooiing worden gestart. (Deze functie is niet actief als de adaptieve
ontdooiing is ingesteld op 2, 3 of 4)
Adaptieve ontdooiing
Deze functie bepaald of er behoefte is aan een adaptieve ontdooiing op
basis van de luchtstroom door het apparaat. Deze functie kan een extra
ontdooiing toevoegen of een geplande ontdooiing opheffen.
De volgende functies kunnen worden geselecteerd:
0 Uit
1 Bewaking
Er wordt een waarde berekend voor de luchtstroom door de
verdamper.
In geval van ijsopbouw of flash gas zal een alarm worden
gegenereerd.
2 Adaptief dag (kan één ontdooiing per dag vervangen).
Deze instelling kan worden gebruikt wanneer het apparaat niet is
voorzien van een afdekking of deksel overdag, en afdekkingen of
deksels `s nachts worden gebruikt.
Er wordt een waarde berekend voor de luchtstroom door de
verdamper gedurende de dag.
De verdamper wordt alleen gedurende de dag bewaakt en de
geplande ontdooiingen worden uitgevoerd indien nodig. Als de
geplande ontdooiing niet nodig is, zal de ontdooiing niet worden
uitgevoerd.
Gedurende de nacht worden alle geplande ontdooiingen altijd
uitgevoerd.
3 Adaptief dag en nacht (kan ontdooiing zowel overdag als `s nachts
vervangen).
Deze instelling kan worden gebruikt wanneer het apparaat een deur
of schuifdeur heeft, of geheel onbedekt is, zowel overdag als `s nachts.
De instelling wordt ook aanbevolen voor kamers.
Er wordt een waarde berekend voor de luchtstroom door de
verdamper.
De verdamper wordt bewaakt en de geplande ontdooiingen worden
Smeltfunctie
Deze functie voorkomt dat de luchtstroom door de verdamper ver-
minderd door sneeuwvorming op de lamellen als de verdamper lange
tijd ononderbroken koelt.
Deze functie werkt alleen in het temperatuurgebied van -5°C en
+10°C en treedt in werking als de verdamper langer dan de ingestelde
smeltinterval ononderbroken koelt. De koeling wordt dan gedurende
de ingestelde smeltperiode gestopt. De ventilatoren draaien door
zodat de sneeuw wordt gesmolten en daardoor de capaciteit van de
verdamper wordt verbeterd.
© Danfoss | DCS (vt) | 2019.05
System manager
uitgevoerd indien nodig. Als de geplande ontdooiing niet nodig is, zal
de ontdooiing niet worden uitgevoerd.
4 Volledig adaptief (kan een extra ontdooiing starten).
Deze instelling kan worden gebruikt wanneer het apparaat een deur
of schuifdeur heeft, of geheel onbedekt is, zowel overdag als `s nachts.
De instelling wordt ook aanbevolen voor kamers.
Er wordt een waarde berekend voor de luchtstroom door de
verdamper.
De verdamper wordt bewaakt en ontdooiingen worden uitgevoerd
onafhankelijk van de geplande ontdooiingen.
Alle geplande ontdooiingen worden ook uitgevoerd.
De Adaptieve Ontdooiing vereist de volgende componenten:
- expansieventiel type AKV
- temperatuursignalen van S3 en S4
- Signaal van condensatiedruk Pc. Dit signaal wordt via het netwerk
doorgegeven van de system manager.
(Alleen mogelijk met de AK-SM 720)
De waarde moet de druk voor het AKV ventiel weergeven. In instal-
laties waar deze druk niet representatief is mag het signaal van de
System Manager niet gebruikt worden. Hier gebruikt de regelaar een
constante
LET OP. De S3 en S4 sensoren moeten in de luchtstroom respectieve-
lijk direct voor en direct na de verdamper worden geplaatst.
LET OP
De functie 'Adaptieve ontdooiing' mag alleen worden geactiveerd zodra
de verdamper onder normale condities werkt (dus bijvoorbeeld niet
tijdens in bedrijf stelling)
Minimum tijd tussen ontdooiingen
De minimum tijd tussen ontdooiingen is 2 uur.
Dit voorkomt dat een geplande ontdooiing via het schema direct of DI
signaal na een adaptieve ontdooiing wordt uitgevoerd. Deze tijd loopt
vanaf het moment dat een adaptieve ontdooiing is gestopt tot aan het
moment dat een geplande ontdooiing uitgevoerd mag worden. De
adaptieve ontdooiing zal ook niet binnen 2 uur een ontdooiing starten.
Real time clock
De regelaar heeft een ingebouwde real time clock welke gebruikt kan
worden voor het starten van ontdooiingen. Deze klok heeft een back-
up van 4 uur.
Als de regelaar is uitgerust met datacommunicatie en verbonden
is met een systeemunit, zal de klok worden ingesteld door de
systeemunit.
Max. 10
BC198386437306nl-000602 | 7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ak-cc 550

Inhoudsopgave