Randverwarming periode
Tijdperiode (AAN + UIT periode voor relais)
Schoonmaakfunctie
De status van de functie kan hier worden gevolgd of de functie kan handmatig worden
gestart.
0 = Normale regeling (geen schoonmaak)
1 = koeling uit, ventilatoren aan. Alle andere uitgangen zijn uit.
2 = alle uitgangen uit.
Als de functie wordt geregeld door ene signaal op DI1, DI2 of DI3, kan de relevante
status hier worden uitgelezen.
Selectie van toepassing
De regelaar kan worden aangepast aan een aantal verschillende toepassingen. Hier
kan worden gedefinieerd welk van de 10 toepassingen is gewenst. Op pagina 12 is een
overzicht van deze toepassingen te zien.
Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer de regeling is gestopt, bijv. r12 op 0.
Voorinstelling parameters (Quick set-up)
Het is mogelijk om snel een aantal parameters in te stellen. Het is afhankelijk van het
type toepassing, meubel of cel en of het koelobject op temperatuur of tijd moet wor-
den ontdooid. Een overzicht is te vinden op pagina 27.
Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer de regeling is gestopt, bijvoorbeeld
door r12 op 0 te zetten.
Toegangscode 2 (beperkte toegang)
Deze code geeft toegang tot het aanpassen van waarden, maar niet tot configuratie-
instellingen. Als de menu-instellingen van de regelaar beschermd moeten worden met
een toegangscode, kan hier een waarde tussen 0 en 100 ingesteld worden. Met een
waarde van 0 is de functie niet actief. Als deze functie wordt gebruikt, moet toegangs-
code 1 (o05) ook worden gebruikt.
Opslaan als fabrieksinstelling
Met deze instelling worden de huidige instellingen van de regelaar opgeslagen als
'nieuwe' basisinstelling (de originele fabrieksinstellingen worden overschreven).
Digitale ingang – DI3 (hoog voltage ingang)
De digitale ingang DI3 van de regelaar kan worden gebruikt voor één van de volgende
functies
Off: ingang wordt niet gebruikt
1) Statusuitlezing van een 230 V signal
2) Deurfunctie. Als de DI = 0 V, zal de regelaar de koeling en ventilatoren stoppen. Een
'deuralarm' zal actief worden als de ingestelde tijdvertraging is verstreken (A04). De
koeling zal na deze tijdsvertraging hervatten. (o89)
3) Deuralarm. Onderbroken deurschakelaar wordt geregistreerd en deuralarm wordt
geactiveerd na vertragingstijd (A04)
4) Ontdooistart. D.m.v. een pulssignaal kan een ontdooiing worden gestart. Als meer
regelaars op deze wijze gelijktijdig moeten starten is het belangrijk dat alle aanslui-
tingen op dezelfde wijze worden aangesloten (DI naar DI en GND naar GND)
5) Regeling AAN/UIT. Regeling vindt plaats bij kortgesloten ingang en stopt bij ge-
opende ingang.
6) Nachtschakeling. Bij kortgesloten ingang staat de regelaar in de nachtstand. Ver-
schuiving met r13.
7) Overschakeling naar thermostaatband 2. Thermostaat 2 (r21).
8) niet gebruikt
9) niet gebruikt
10) Schoonmaakfunctie. Deze functie wordt gestart door een pulssignaal. (zie pagina 5)
11) Geforceerde koeling voor heetgas ontdooiing bij 230 V ingang.
12) Rolgordijnen. Wanneer de ingang wordt kortgesloten worden de rolgordijnen
geactiveerd.
13) niet gebruikt
14) Stopt koeling door middel van functie 'Forced closing'
15) Apparaat uitschakelen (receiver 230V)
21) Schakel naar werking met adaptieve vloeistofregeling wanneer de ingang is kortge-
sloten
Regeling randverwarming
De randverwarming kan op de volgende manieren worden geregeld:
0: Functie wordt niet gebruikt
1: Pulsregeling met timerfunctie volgt dag/nachtregeling (o41 en o42)
2: Pulsregeling met dauwpuntfunctie. Deze functie vereist een signaal wordt ontvangen
over de dauwpuntwaarde. Het dauwpunt wordt gemeten met een dauwpuntsensor op
de System Manager en naar de regelaar verstuurd via de datacommunicatie.
Dauwpuntwaarde waarbij de randverwarming minimaal is
Deze functie is besproken eerder in deze handleiding.
Dauwpuntwaarde waarbij de randverwarming maximaal is
Deze functie is besproken eerder in deze handleiding.
Laagst toegestane effect randverwarming
Hier wordt het percentage (%) ingesteld van de randverwarming bij een minimale
dauwpuntwaarde.
Start koeling bij open deur
Als de deur op blijft staan, moet de koeling na een ingestelde tijd toch gestart worden.
Die tijd wordt hier ingesteld.
22 | BC198386437306nl-000602
o43
Railh. cycle
o46
Case clean
o61
Appl. Mode
o62
-
o64
Acc. code 2
o67
-
o84
DI3 config.
o85
Railh. mode
o86
DewP Min lim
o87
DewP Max lim
o88
Rail Min ON%
o89
DoorInjStart
© Danfoss | DCS (vt) | 2019.05