7
De pluggenruimer aan de
Workman monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Koppelpen (wordt meegeleverd met de trekhaak)
1
Lynchpen (wordt meegeleverd met de trekhaak)
12
Kabelklemband
Procedure
Opmerking: De pluggenruimer moet worden uitgerust met
de trekhaakset (modelnr. 09750) voordat deze kan worden
gemonteerd aan het voertuig.
1. Rij het voertuig achterwaarts en plaats deze vóór de
pluggenruimer. Zorg ervoor dat de borstel van de
pluggenruimer op de juiste maaihoogte is ingesteld.
2. Breng de trekhaakkoppeling van de pluggenruimer
op dezelfde hoogte als de trekhaak van het voertuig
(Figuur
18).
Opmerking: De pluggenruimer moet evenwijdig zijn
aan de grond als het gewicht op de achterrol wordt
geplaatst.
3. Bevestig de trekhaakkoppeling van de pluggenruimer
aan de trekhaak van het voertuig met een koppelpen en
een lynchpen
(Figuur
Figuur 18
1. Trekhaakkoppeling van
pluggenruimer
2. Haak van trekvoertuig
4. Breng de krik omhoog en zet deze vast in de
opslagstand
(Figuur
18).
3. Lynchpen
4. Koppelpen
19).
1. Krik
5. Bevestig de hydraulische slangen aan de
snelkoppelingen van het voertuig. Zorg ervoor
dat de hydraulische slangen correct zijn aangesloten
aan de pluggenruimer en het voertuig.
6. Leid de kabelboom over de laadbak van het voertuig
naar de bestuurdersplaats.
Belangrijk: Zorg ervoor dat er geen knikken
ontstaan in de slangen en de kabelboom en dat
deze vrij kunnen bewegen tijdens het gebruik.
7. Verwijder de opslagpennen uit de opening aan
de voorzijde en plaats deze in de opening aan de
achterzijde voordat u de machine gaat gebruiken
(Figuur
20).
1. Opslagpen
2. Voorste opening
(pluggenruimer
losgekoppeld van
trekvoertuig)
8. Om de trekhaak uit te schuiven, gaat u als volgt te werk:
A. Controleer of de pen van de vergrendelhandgreep
zich in ontgrendelde stand bevindt (in de opening
aan de achterzijde)
18
Figuur 19
Figuur 20
3. Achterste opening
(pluggenruimer gekoppeld
aan trekvoertuig)
(Figuur
21).