de achterrol de correcte maaihoogte hebben
Als de pluggenruimer is uitgerust met een nieuwe
borstel, dient u de tabel voor de instelling van de
achterrol te raadplegen om de achterrol op de juiste
maaihoogte te zetten.
Opmerking: De afstand van de achterrol tot de
grond is in de fabriek ingesteld op 3 mm.
Figuur 30
1. Borgmoer
2. Stelspie van de
hoogteverstelling
Opmerking: In de tabel is rekening gehouden met
een borstelafslijting van 2,5 cm. Vervang een borstel
die meer dan 2,5 cm is afgesleten.
2. De rol wordt als volgt afgesteld:
A. Controleer de hoogte van de borstel op een hard
oppervlak zodat u kunt bepalen in welke richting
u de achterrol eventueel moet verstellen.
B. Draai de drie bouten op beide zijplaten van de
rol los.
C. Draai de middelste moer los zodat u de stelspie
kunt uittrekken.
D. Houd de achterrol omhoog, trek de stelspie uit en
zet de rol op de gewenste hoogte. Beide zijden
moeten op dezelfde hoogte staan.
Opmerking: Bij elke inkeping verandert de
afstelling 6 mm.
E. Nadat de achterrol is afgesteld, moet u controleren
of het frame van de pluggenruimer evenwijdig
aan de grond is.
F. Controleer nogmaals de borstelhoogte.
(Figuur
3. Moeren voor
hoogteverstelling van
de rol
4. Stelplaat voor de hoogte
van de rol
Opmerking: Het zou kunnen dat u de achterrol
30).
moet afstellen als u het frame niet evenwijdig met
de grond kunt krijgen.
25