Elektrische aansluiting
5.5
Hardware-instellingen
5.5.1
Instellen van het instrumentadres
Het instrumentadres moet altijd worden ingesteld voor een Modbus-slave. De geldige
instrumentadressen liggen in het bereik van 1 ... 247. Elk adres mag slechts eenmaal in een
Modbus RS485-netwerk worden toegekend. Wanneer een adres niet correct is
geconfigureerd, wordt het instrument niet herkend door de Modbus-master. Alle
meetinstrumenten worden af fabriek geleverd met instrumentadres 247 en met de
adresseringsmodus "software-adressering".
Hardware-adressering
1.
Stel het gewenste instrumentadres in met de DIP-schakelaars in het
aansluitcompartiment.
2.
Voor omschakelen van de adressering van software- naar hardware-adressering: zet de
DIP-schakelaar op On.
De verandering van het instrumentadres wordt na 10 seconden van kracht.
30
Proline 500 Modbus RS485
1
128
2
64
3
32
4
16
5
8
6
4
7
2
8
1
Off
On
1
2
3
4
Endress+Hauser
A0029634
A0029633