Montageprocedure
4.2.4
Controles transmitter voor de montage
De controle voor de montage moet altijd na de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
• Montage van de transmitterbehuizing:
• Paalmontage
• Wandmontage
• Verdraaien van de transmitterbehuizing
• Verdraaien van de displaymodule
Is het instrument beschadigd (visuele inspectie)?
Verdraaien van de transmitterbehuizing:
• Is de borgschroef goed vastgezet?
• Is het deksel van het aansluitcompartiment goed dichtgedraaid?
• Is de borgklem goed vastgezet?
Verdraaien van de displaymodule:
• Is het deksel van het aansluitcompartiment goed dichtgedraaid?
• Is de borgklem goed vastgezet?
Paal- en wandmontage:
Zijn de borgschroeven goed vastgezet?
16
Proline 500 Modbus RS485
Endress+Hauser