452117.66.24a · 1/2022-02 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
Installatie cascaderegelaar WPM 6.0
4 Elektrische aansluitingswerkzaamheden cascaderegelaar
4.2.4
Master
De cascaderegelaar kan de hydraulische integratie van warmtepomp-verwarmingssy-
stemen met serie- alsook parallelle buffervaten regelen. Bij warmtepomp-verwarmings-
systemen met parallelle buffervaten kan via de plaatsing van de gemeenschappelijkte
terugloopvoeler (R2.5) de functie "Master" en van de vertrekvoeler (R2.2) aan de ver-
trekuitlaat van het parallelle buffervat het volledig ontladen van het parallelle buffervat
gegarandeerd worden. Hiervoor de vrijgegeven hydraulische integraties in acht nemen.
4.3
Aansluiting van elektronisch geregelde circulatiepompen
Elektronisch geregelde circulatiepompen kunnen hoge aanloopstromen hebben die
eventueel de levensduur van de cascaderegelaar kunnen verkorten. Bij een hoge of on-
bekende aanloopstroomwaarde moet een koppelrelais worden geïnstalleerd, voor
zover dit nog niet is geïntegreerd. Het koppelrelais moet meestal ter plaatse worden
geïnstalleerd (niet voor M13, M16, M18). Dit is niet vereist als door de elektronisch ge-
regelde circulatiepomp de maximaal toegestane bedrijfsstroom van de cascaderege-
laar (zie informatie schakelschema) niet overschreden wordt of als er een vrijgave van
de pompfabrikant is.
Opmerking
Bij de hoogrendements-pompen (UPH) wordt een overeenkomstig koppelrelais
meegeleverd voor de aansluiting en het gebruik van de elektronisch geregelde
circulatiepomp.
OPGELET
ACHTUNG
Het is niet toegestaan via een relaisuitgang meer dan een elektronisch geregelde
circulatiepomp te schakelen.
14
83324907