INGebrUIkNaMe
Menu van de regelaar: Instellingen
Wanneer de functie geactiveerd is, wordt het gebouw actief ge-
koeld. Het betreffende symbool verschijnt in het hoofdmenu. Via
het symbool krijgt u snel toegang tot dit menu.
Warmteoverschot: Brine = 1, koeler = 2
Kan alleen gewijzigd worden wanneer de functie "Actieve koeling"
geactiveerd is.
f Stel in of het warmteoverschot naar het boorgat of via de
luchtkoeler afgevoerd wordt.
Seizoensinschakeling
f Stel in vanaf welke buitentemperatuur de ruimten gekoeld
worden.
Inschakeltemp. Koelen
Kan alleen gewijzigd worden wanneer de functie "Actieve koeling"
geactiveerd is.
f Stel de temperatuur voor het koel-buffervat in waarbij de
koelwerking start.
Uitschakeltemp. Koelen
Kan alleen gewijzigd worden wanneer de functie "Actieve koeling"
geactiveerd is.
f Stel de temperatuur voor het koel-buffervat in waarbij de
koelwerking stopt.
Schakelvertraging
Kan alleen gewijzigd worden wanneer de functie "Actieve koeling"
geactiveerd is.
Met een vertraging wordt voorkomen dat de verschillende vermo-
genstrappen te snel in- of uitschakelen.
f Stel de tijd in die moet verstrijken opdat de volgende vermo-
genstrap in- of uitschakelt.
Vertraging nieuwe verbinding, omschakelklep, boorgat
Kan alleen gewijzigd worden wanneer de functie "Actieve koeling"
geactiveerd is.
f Stel een tijd in waarna weer gekoeld kan worden.
Niet-prioritair koelen
f Activeer of deactiveer de functie.
Wanneer de functie is geactiveerd, koelt de warmtepomp wanneer
er een verwarmingsaanvraag is.
Koelen - mengventiel
Parameters
Aanvoervoeler koelen
Actuele door de aanvoervoeler gemeten temperatuur
14
| WPM G
Gevraagde temperatuur koelen
f Stel de aanvoertemperatuur voor de koelwerking in.
Dauwpuntvoeler activeren
f Activeer of deactiveer de functie.
Wanneer de functie geactiveerd is, wordt het dauwpunt bewaakt.
Voor de functie is de optionele luchtvochtigheids- en temperatuur-
voeler nodig (zie hoofdstuk "Toestelbeschrijving/toebehoren"). De
voeler kan alleen worden gebruikt voor verwarmingscircuits 2 tot
5 en voor het koelcircuit op de EM4-kaart.
Alarm afwijking grenswaarde
f Stel een temperatuur in waarvoor een foutmelding in het
toestel weergegeven wordt wanneer deze temperatuur be-
reikt wordt.
Alarmvertraging
f Stel een tijd in waarna een foutmelding in het toestel weer-
gegeven wordt.
Koelen - boiler
Parameters
Temperatuur buffervat
Actuele temperatuur in het buffervat
Alarm hoge grenswaarde
f Stel een temperatuur in waarvoor een foutmelding in het
toestel weergegeven wordt wanneer deze temperatuur be-
reikt wordt.
Alarmvertraging
f Stel een tijd in waarna een foutmelding in het toestel weer-
gegeven wordt.
Koelen - warmteoverschot
Parameters
Warmteoverschot aanvoer
Warmteoverschot retour
Afvoering naar overschot activeren
f Activeer of deactiveer de functie.
een-
heid
Gevraagde temperatuur retour
°C
f Stel de gevraagde temperatuur in waarop de warmteafvoer
starten moet.
een-
heid
°C
een-
heid
°C
°C
www.stiebel-eltron.com