INGebrUIkNaMe
Menu van de regelaar: Instellingen
"SG Ready" is een handelsmerk van Bundesverband
Wärmepumpe e. V. en beschrijft een eigenschap van
warmtepompen, waarvan de regeltechniek de integratie
mogelijk maakt van een intelligent stroomnet (Smart
Grid = SG).
Verwarmen
f Activeer of deactiveer de functie.
Wanneer de functie is geactiveerd, kunt u het programma voor het
verwarmen van de dekvloer instellen en gebruiken.
Dynamische toewijzing van in-/uitgangen
Extern alarm
Stromingsbewaking
Startsignaal brinepomp
SMART GRID 2
Groepsstoring
Compressor in werking
Bijverwarming aan/uit
Externe antilegionella
Pomp defect
Extern alarm
f Stel de ingang in waar het signaal aankomt.
Stromingsbewaking
f Stel de ingang in waar het signaal aankomt.
Startsignaal brinepomp
f Stel de ingang in waar het signaal aankomt.
SMART GRID 2
f Stel de ingang in waar het signaal aankomt.
Groepsstoring
f Stel de ingang in waar het signaal aankomt.
Compressor in werking
f Stel de ingang in waar het signaal aankomt.
Bijverwarming aan/uit
f Stel de ingang in waar het signaal aankomt.
Externe antilegionella
f Stel de ingang in waar het signaal aankomt.
Pomp defect
f Stel de ingang in waar het signaal aankomt.
www.stiebel-eltron.com
Verwarmen
Verwarmingsmodus
Verwarmingstype
Stooklijn
Aanvoer min.
Aanvoer max.
Seizoensafhankelijke stop
Verwarmingstijd
Comfortfactor
Schakelvertraging
Berekende drempelwaarde voor in- of uitschakelen
Niet-prioritair verwarmen
Vaste gevraagde waarde aanvoerleiding
Gevraagde waarde aanvoerleiding
Voeler systeemretourtemperatuur
Verwarmingsmodus
f Activeer of deactiveer de functie.
Wanneer de functie geactiveerd is, verschijnt het betreffende sym-
bool in het hoofdmenu. Via het symbool krijgt u snel toegang tot
een ander menu. Neem de beschrijving van het menu in acht in
het hoofdstuk "Overige menu's/Verwarmingsinstellingen" in deze
handleiding en "Instellingen/Temperatuur aanpassen (verwar-
ming) / in het menu "Verwarmen"" in de gebruiksaanwijzing van
het toestel.
Verwarmingstype
f Stel in of de opwarming van de ruimten via de radiatoren of
de vloerverwarming plaatsvindt.
Wanneer u "Klantspecifiek" selecteert, kunt u alle andere instel-
lingen zelf vastleggen.
Stooklijn
f Stel de stooklijn in.
Aanvoer min.
f Stel de minimale aanvoertemperatuur in.
Aanvoer max.
f Stel de maximale aanvoertemperatuur in.
Seizoensafhankelijke stop
f Stel de buitentemperatuur in, zodat de warmtepomp niet
meer voor de verwarmingsmodus van het gebouw beschik-
baar is wanneer deze overschreden wordt.
Wanneer de temperatuur niet bereikt wordt, gaat de warmtepomp
weer verder met de verwarmingsmodus.
Verwarmingstijd
f Stel in hoe lang de warmtepomp bij een verwarmingsaan-
vraag verantwoordelijk is voor de verwarmingsmodus.
WPM G |
11