Storingscode-indicatie combi-klok of bedieningselement
Als het systeem uitgerust is met een combi-klok, verschijnt na het optreden van een storing
een foutcode op de display van de voorkeuzeklok, die blijft staan tot de storing van het ver-
warmingsapparaat wordt opgeheven.
Een storing wordt bij uitrusting met een bedieningselement gemeld door het knipperen van
de inschakelcontrole/storingscode-indicatie. Na een snelle reeks impulsen wordt de storings-
code aangegeven door een reeks van lange knipperimpulsen in overeenstemming met de on-
derstaande tabel.
Foutcode
Als ernstige storingen zoals oververhitting of niet-starten zich vaak voordoen, wordt het ver-
warmingsapparaat geblokkeerd (storingscode F12) en kan dit door afkoppelen van de voe-
dingsspanning (bijv. door de zekering te verwijderen en weer te plaatsen) weer in bedrijf
worden genomen.
Betekenis
F 00
Fout in de besturingseenheid
F 01
Geen start (na 2 startpogingen)
F 02
Vlamonderbreking (minstens > 3)
F 03
Onderspanning of overspanning
F 04
Vroegtijdige vlamherkenning
F 05
Vlamdetector (benzine-verwarmingsappa-
raat) onderbreking of kortsluiting
F 06
Temperatuurfout onderbreking of tempera-
tuursensor kortsluiting
F 07
Doseerpomp onderbreking of doseerpomp
kortsluiting
F 08
Ventilatormotor onderbreking of
ventilatormotor kortsluiting of
ventilatormotor overbelast of geblokkeerd
F 09
Gloeistift onderbreking of
gloeistift kortsluiting
F 10
Oververhitting
F 11
Oververhittingssensor onderbreking of over-
verhittingssensor kortsluiting
F 12
Verwarmingsapparaatvergrendeling
F 14
oververhittingssensor verkeerd gemonteerd
F 15
Doelwaardesensor onderbreking