6. Het verwarmingsapparaat mag omwille van vergiftigings- en verstikkingsgevaar
niet in gesloten ruimten (bijv. garages) worden gebruikt, ook niet met tijdinstel-
ling of Telestart.
7. Uiterlijk aan het begin van het stookseizoen moet het verwarmingstoestel door een des-
kundige worden gecontroleerd.
8. Bij lang aanhoudende sterke rookontwikkeling, ongewone verbrandingsgeluiden of
brandstofgeur resp. bij voortdurende storingsuitschakelingen met foutmeldingen (knip-
percode) moet het verwarmingsapparaat door het verwijderen van de zekering buiten be-
drijf worden gesteld en mag pas in gebruik worden genomen na een controle door
personen die door Webasto geschoold zijn.
9. Waar ontvlambare dampen of stof gevormd kunnen worden (bijv. in de buurt
van brandstof-, kolen-, houtstof- of graanopslagplaatsen o.i.d.), moet het ver-
warmingsapparaat uitgeschakeld zijn omwille van ontploffingsgevaar.
10. De warmteoverbrenger van luchtverwarmingsapparaten is een thermisch hoog
belast onderdeel en moet 10 jaar na de eerste inbedrijfstelling vervangen wor-
den door een origineel reserveonderdeel van Webasto.
Als uitlaatleidingen door de door personen gebruikte ruimten lopen, moeten
deze eveneens na 10 jaar worden vervangen door originele reserveonderdelen.
11. Als brandstof voor het systeem Air Top 2000 ST B is de door de voertuigfabrikant voor-
geschreven brandstof (benzine EN228) geschikt.
Als brandstof voor het systeem Air Top 2000 ST D is de door de voertuigfabrikant voor-
geschreven dieselbrandstof (EN590) geschikt.
Een nadelige beïnvloeding door additieven is niet bekend.
Bij brandstofontneming uit de voertuigtank moeten de bijmengingsvoorschriften van de
voertuigfabrikant worden gevolgd.
Bij het wisselen naar koudebestendige brandstoffen moet het verwarmingsapparaat ca.
15 minuten in bedrijf worden gesteld, opdat het brandstofsysteem met nieuwe brandstof
gevuld wordt.
12. In de buurt van het verwarmingsapparaat mag een temperatuur van 85°C (opslagtempe-
ratuur) niet overschreden worden. Bij een overschrijding van deze temperatuur kan blij-
vende schade aan de elektronica optreden.
13. Het niet opvolgen van de inbouwaanwijzing en de daarin vermelde aanwijzingen leiden
tot aansprakelijkheidsuitsluiting vanwege Webasto. Hetzelfde geldt voor niet vakkundig
of niet met originele reserveonderdelen uitgevoerde reparaties. Dit heeft het vervallen van
de typegoedkeuring en dus van de algemene wettelijke goedkeuring / ECE-typegoedkeu-
ring tot gevolg.
14. Verwarmingsluchtin- en uitlaat vrij houden van vuil en voorwerpen. Verontreinigde of ge-
blokkeerde verwarmingsluchtleidingen kunnen tot oververhitting en daardoor tot active-
ring van de oververhittingsuitschakeling leiden.
15. Om vastzitten van mechanische delen te verhinderen, moet het verwarmingsapparaat om
de 4 weken gedurende ca. 10 minuten in bedrijf worden gesteld.
16. Niet op het verwarmingsapparaat gaan staan en geen zware voorwerpen op het verwar-
mingsapparaat plaatsen of gooien.
17. Geen kledingstukken, textiel of dergelijke materialen over het verwarmingsapparaat of
voor de verwarmingsluchtin- of uitlaat leggen of hangen.
18. De warme luchtstroom van het verwarmingsapparaat mag niet door licht ontvlambare
stoffen resp. materialen, zoals bijv. lompen, poetskatoen enz., beperkt of geblokkeerd
worden.
19. Het verwarmingsapparaat mag niet gereinigd worden met een hogedrukreiniger.