Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Systeemkenmerken; Beschrijving - Visonic PowerMaster-33 G2 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

1.1 Systeemkenmerken

De volgende tabel geeft een lijst van de kenmerken van de PowerMaster-33 met de beschrijving van elk kenmerk en
hoe het te gebruiken.
Kenmerk
Visuele
alarmverificatie
Clips van camera's op
verzoek
Gemakkelijke
registratie
Toestelconfiguratie
Diagnose van het
controlepaneel en de
randapparatuur
D-306538
PowerMaster-33 G2 Installatiehandleiding

Beschrijving

De PowerMaster-33 is in staat om, wanneer
hij wordt gebruikt met de Next CAM PG2
PIR-cameramelder en cellulaire of IP-
communicatie, het Monitoring Station te
voorzien van clips die in alarmsituaties zijn
opgenomen. Het systeem zendt de clips
automatisch naar het Monitoring Station voor
inbraakalarmen en, afhankelijk van de setup,
ook voor brandalarmen en alarmen voor
persoonlijke noodgevallen.
De PowerMaster-33 kan afbeeldingen
weergeven van de Next CAM PG2 op vraag
van een PowerManager server op afstand.
Het nemen van foto's is gebaseerd op een
bevel van het monitoring station. Om de
privacy van de klant te beschermen, kan het
systeem worden aangepast om "Kijken op
aanvraag" alleen in te schakelen gedurende
specifieke systeemmodi (i.e. Uitschakelen,
Deel, Ingeschakeld) en ook tijdens een
specifiek tijdsvenster dat volgt op een alarm.
PowerG toestellen worden geregistreerd via
het controlepaneel. "Preregistratie" kan ook
gebeuren door het PowerG toestel ID-
nummer in te geven en dan het toestel in de
nabijheid van het paneel te activeren.
Toestelparameters en daaraan gerelateerd
systeemgedrag kunnen worden
geconfigureerd via het KP-250 PG2 keypad
of vanaf een locatie op afstand.
Elk PowerG-toestel heeft zijn eigen
instellingen. Om deze instellingen te
configureren via het KP-250 PG2 keypad,ga
naar het menu APPARAATINSTELLINGEN.
U kunt de werking testen van alle draadloze
sensoren die in het beschermd gebied actief
zijn om informatie te verzamelen over de
ontvangen signaalsterkte van elke
transmitter en om de verzamelde gegevens
na de test te evalueren.
Hoe te configureren en te gebruiken
1. Cellulaire communicatie instellen: zie
Cellulaire Module Installatie (paragraaf 3.5)
2.Configureer camera-instellingen: zie
Next CAM PG2 Installatie-instructies
3.Schakel brand- en persoonlijke
alarmverificatie in: zie KP-250 PG2
Installatiehandleiding, paragraaf 3.6.6:
Configuratie van de bewegingscamera's voor
video-alarm verificatie
1.De Op Aanvraag mogelijkheid instellen:
zie KP-250 PG2 Installatiehandleiding,
paragraaf 3.6.6: Configuratie van de
bewegingscamera's voor video-alarm
verificatie
2.Om beelden op te vragen en te bekijken:
zie de PowerManager Gebruikersgids,
Hoofdstuk 5: Gebeurtenissen bekijken en
behandelen
Om toestellen te registreren of te pre-
registreren: zie KP-250 PG2
Installatiehandleiding, paragraaf 3.4.2:
Toevoegen van nieuwe draadloze toestellen
en bekabelde sensoren
Om toestellen te configureren vanaf de
KP-250 PG2: zie KP-250 PG2
Installatiehandleiding, Hoofdstuk 3:
Programmering en ook individuele toestel-
installatie-instructies.
Om toestellen te configureren vanaf een
locatie op afstand: zie de PowerManager
Gebruikershandleiding, Hoofstuk 3: Werken
met panelen en ook de Programmeur op
afstand PC software Gebruikershandleiding,
Hoofdstukken 6 en 7.
Om een diagnose uit te voeren en een
indicatie van de signaalsterkte te
verkrijgen: zie KP-250 PG2
Installatiehandleiding, paragraaf 3.9:
Diagnoses
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave