8
Uitbedrijfname/demontage
8.1
Personeelskwalificatie
8.2
Plichten van de gebruiker
8.3
Uitbedrijfname
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rexa PRO-S03 • Ed.01/2022-03
•
Minimale waterdekking is gewaarborgd.
•
Aansluitkabel is niet beschadigd.
•
De pomp is vrij van afzettingen en verroestingen.
•
Geen luchtinvoer in het medium.
•
Alle afsluiters zijn geopend.
•
Rustige en trillingsarme loop.
•
Max. schakelfrequentie wordt niet overschreden.
•
Toleranties netaansluiting:
–
Bedrijfsspanning: +/- 10 %
–
Frequentie: +/- 2 %
–
Opgenomen stroom tussen de afzonderlijke fasen: max. 5 %
–
Spanningsverschil tussen de afzonderlijke fasen: max. 1 %
LET OP
Motor tijdens bedrijf uit het medium halen
• Als de motor tijdens bedrijf boven het medium komt, moeten de
voorschriften voor "bedrijfsmodus niet-ondergedompeld" worden
nageleefd! Zie aanduiding "OT
• Koeling van de motor voor continu bedrijf waarborgen: Dompel de
motor volledig onder voordat deze opnieuw wordt ingeschakeld!
Langere bedrijfstijden bij niet-ondergedompeld gebruik
Indien de koeling van de motor gewaarborgd is, is een langere bedrijfstijd mogelijk:
•
S3 10% kan volgens S3 25% worden gebruikt!
•
S3 25% kan volgens S3 50% worden gebruikt!
VOORZICHTIG! Motorkoeling garanderen: Dompel de motor minimaal 1 minuut volledig
onder voordat deze opnieuw wordt ingeschakeld.
•
Bediening/besturing: Bedienend personeel, geïnstrueerd over de werking van de volledi-
ge installatie
•
Elektrische werkzaamheden: opgeleide elektromonteur
Persoon met een geschikte vakopleiding, kennis en ervaring om de gevaren van elektri-
citeit te herkennen en te voorkomen.
•
Installatie-/demontage: opgeleide vakman voor afvalwatertechniek
Bevestiging en leidingsysteem bij natte en droge opstelling, hijsmiddel, basiskennis van
faciliteiten voor afvalwater
•
Lokaal geldende voorschriften voor ongevallenpreventie en veiligheid van de beroeps-
verenigingen.
•
Voorschriften voor het werken met zware lasten en onder gehesen lasten.
•
Stel de vereiste beschermingsuitrusting ter beschikking en zorg ervoor dat deze door
het personeel wordt gedragen.
•
Zorg in afgesloten ruimten voor voldoende ventilatie.
•
Neem direct tegenmaatregelen wanneer zich giftige of verstikkende gassen verzamelen!
De pomp wordt uitgeschakeld, hoeft echter niet te worden gedemonteerd. Hiermee is de
pomp te allen tijde bedrijfsklaar.
✓
Om de pomp tegen vorst en ijs te beschermen, moet deze volledig in het medium wor-
den ondergedompeld.
✓
Minimumtemperatuur van het medium: +3 °C (+37 °F).
1.
Schakel de pomp uit.
2.
Beveilig de bedieningsplaats tegen onbevoegd opnieuw inschakelen (bijv. hoofdscha-
kelaar afsluiten).
▶
Pomp buiten bedrijf.
Als de pomp na de uitbedrijfname gemonteerd blijft, moeten de volgende punten in acht
worden genomen:
" op het typeplaatje!
E
nl
25