5.
Veiligheidsgordel
6.
Storing
Bij storing in de werking kan de hoogwerker met de noodstopschakelaars uitgeschakeld worden. Bij
verkeerde bediening van de des noodstopschakelaar is het mogelijk,
door draaien van de schakelaar de noodstop te ontgrendelen.
7.
Verdere aanwijzingen
De functies van de hoogwerker moeten dagelijks gecontroleerd worden.
(Zie bladzijde 18 onderhoud)
De gebruiker zou zich over alle functies zorgvuldig informeren en zich ook met volgende
punten vertrouwd maken:
=
Noodstop
=
Ventiel voor het noodzakken
=
Handbediening van de draai-inrichting, de telescoop en de korffuncties
=
Draaistop
=
Zakken bij lage spanning
- 16 -
De hoogwerker is voor het gebruik met een
veiligheidsgordel voorzien. Indien een
veiligheidsgordel gebruikt wordt, zou
men die aan de korf bevestigen.