2.
A - Noodzakken
2.1
Indien de werking van hoogwerker tijdens het werken uitgeschakeld wordt en het is niet mogelijk, de
storing te vinden, moet een "noodzakken" ondernomen worden. Indien de oorzaak een neiging van
meer dan 10° van de korf is, zie punt B. Bij het manuele "noodzakken" zijn alle
veiligheidsschakelaars buiten werking. Daarom moet het "noodzakken" met grootste voorzichtigheid
gebeuren en onderstaande voorschriften moeten in acht genomen worden. Het manuele
"noodzakken" eist de bijstand van een begeleider op de bodem.
2.2
Voor het noodzakken moet de telescooparm volledig met de pomp ingeschoven worden. Indien
hindernissen op de weg staan, zodat de armen niet tot opstijghoogte gezakt kan worden, kan de
draai-inrichting gebruikt worden.
De voor het "noodzakken" noodzakelijke werktuigen bestaan uit een rode handgreep voor de
handpomp en uit een rood noodzakbeslag. De handgreep bevindt zich boven in de kolom en het
beslag bij het ventielblok. De ventielen bevinden zich in de ruimte achter de stuurkast. (Zie het
schema met de posities van de ventielen).
BELANGRIJK! Bij het "noodzakken, steeds de telescooparm eerst inschuiven!
Als volgt handelen: De noodstopknop in de korf of op de kolom bedienen.
Manuele inschuiven van de telescooparm:
1.
Het ventiel op de handpomp sluiten.
2.
De rode verlengingshandgreep op de handpomp plaatsen.
3.
Het magneetventiel MV41 (zie schema, blz. 13) door het plaatsen van het rode beslag boven
het magneetventiel mechanisch beïnvloeden, daarmee de pineinde binnengaat en het ventiel
bediend wordt. Op het type 1850 E (230 V) het magneetventiel MV59 ook met het andere
beslag bedienen.
4.
De telescooparm met de pomp inschuiven.
5.
Het ventiel op de handpomp openen.
6.
Het beslag voor het ventiel verwijderen.
- 11 -