5. Controleer uw voortgang op de displayopties.
Zie stap 5 op bladzijde 16.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 16.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 17.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 17.
EEN TEKEN JE EIGEN KAARTOEFENING
GEBRUKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
14.
2. Selecteer een teken je eigen kaartoefening.
Druk op de toets Draw Your Own Map (teken je
eigen kaart) op het scherm om een teken je eigen
kaartoefening te selecteren.
3. Teken je kaart.
Navigeer naar het gebied op de kaart waar u uw
oefening wilt tekenen door uw vingers over het
scherm te schuiven. Druk op het scherm om het
startpunt van uw oefening toe te voegen. Druk
vervolgens op het scherm om het eindpunt van
uw oefening toe te voegen. Let op: Indien u de
oefening op hetzelfde punt wilt starten en eindigen,
gebruikt u de toetsen Loop (lus) of Out & Back
(heen en weer) links op het scherm. U kunt ook
selecteren of u wilt dat uw oefening over de weg
gaat.
Indien u een fout maakt, kunt u de toets Undo
(ongedaan maken) links op het scherm gebruiken.
Het scherm zal de verhoging en afstandsstatistie-
ken voor uw oefening weergeven. Indien u wenst
kunt de standaard snelheid wijzigen.
4. Uw oefening opslaan.
Druk op de toets Save New Workout (nieuwe
oefening opslaan) linksonder op het scherm. Indien
gewenst wijzigt u de titel van de oefening of voegt
u een beschrijving toe en drukt u op het symbool >
op het scherm.
5. Start de oefening.
Druk op de toets Start op het scherm om de oefe-
ning te laten beginnen. Kort nadat u op de toets
heeft gedrukt, begint de loopband te bewegen.
Houd de handleuningen vast en begin te lopen.
6. Controleer uw voortgang op de displayopties.
Zie stap 5 op bladzijde 16.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 16.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 17.
9. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 17.
18