1
2
1
3
2
Fig. 5: Toevoer aansluiten
6.4.8
Ventilatie en ontluchting aanslui-
ten
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-DrainLift SANI-L
Installatie en elektrische aansluiting
3
1
5
4
1
Reservoirwand
2
Gatenzaag voor boormachine
3
Toeloopmanchet
4
Toevoerbuis
5
Buisklem
‡
Opvoerinstallatie vakkundig opgesteld.
‡
Toevoerleiding volgens de tekening vakkundig tot aan het verzamelreservoir geïn-
stalleerd.
‡
Aanwezig montagemateriaal:
1x gatenzaag (DN 100 in de leveringsomvang inbegrepen)
1x boormachine
1x toeloopmanchet (DN 100 in de leveringsomvang inbegrepen)
1x buisklem
1. Markeer het toevoerpunt aan het verzamelreservoir.
2. Boor het gat voor de toevoer in de mantel van het reservoir met een gatenzaag.
Bij boorgaten in het verzamelreservoir dient u op de volgende punten te letten:
- Houd rekening met de maten van de toevoervlakken. VOORZICHTIG! Het boor-
gat moet zich compleet binnen de gemarkeerde toevoervlakken bevinden!
- Max. toerental van de boormachine: 200 tpm
- Controleer de diameter van het gat: LET OP! Boor het aansluitgat met grote
precisie. De lekdichtheid van de aansluiting is afhankelijk van het boorgat!
- Let op een goede spaanverwijdering! Wanneer de verspaning onvoldoende is,
wordt het materiaal te snel warm en smelt het.
⇒ Boren onderbreken, materiaal laten afkoelen en gatenzaag reinigen!
⇒ Toerental van de boormachine reduceren.
⇒ Aanvoerdruk bij het boren variëren.
3. Snijvlakken ontbramen en gladmaken.
4. Toeloopmanchet in het gat plaatsen.
5. Buisklem op de toeloopmanchet schuiven.
6. Binnenvlak van de toeloopmanchet met glijmiddel bevochtigen.
7. Schuif de toevoerbuis in de toeloopmanchet.
Schuif de toevoerbuis 10 ... 20 mm (0,4 ... 0,8 in) in het verzamelreservoir.
8. Toeloopmanchet en buis met de buisklem vast verbinden. Aandraaimoment: 5 Nm
(3,7 ft·lb).
▶ Toevoer aangesloten. Volgende stap: ventilatie en ontluchting aansluiten.
Het aansluiten van een ventilatie- en ontluchtingsleiding is verplicht. Verder is een ven-
tilatie en ontluchting voor een foutloze werking van de opvoerinstallatie vereist. De
volgende punten moeten bij het aansluiten van de ventilatie- en ontluchtingsleiding in
acht genomen worden:
ƒ
Leid de ventilatie- en ontluchtingsleiding via het dak.
ƒ
Voer alle aansluitingen volledig dicht uit.
3
1
10...20 mm
4
0.4...0.8 in
3
1
nl
4
1
4
5
19