Inhoudsopgave
Advertenties
6.1
Poortdefinities
Voor de definities van de communicatiepoorten op apparaten zoals het EMI en de
vermogensmeter, zie de documenten die bij de apparaten zijn geleverd. Zorg er bij het aansluiten
van kabels voor dat RS485+ aangesloten is op de COM+-poort op de SmartLogger en dat RS485-
aangesloten is op de COM- -poort op de SmartLogger.
OPMERKING
•
Voor het gebruiksgemak, beschrijft dit document alleen de poorten die bekabeld moeten worden.
•
Aansluitklemmen van de types 1 en 2 bevinden zich in verschillende modellen SUN2000's.
•
De RJ45-netwerkpoort zit op alle modellen SUN2000's.
COM-poort (SmartLogger)
Aansluitklem type 1 (SUN2000)
Aansluitklem type 2 (SUN2000)
Poort
Aanduiding
NC
NC
COM1
–
+
–
COM2
+
–
COM3
+
Nr.
Poortdefinitie
1
RS485A IN
2
RS485A OUT
3
RS485B IN
4
RS485B OUT
Nr.
Poortdefinitie
5
RS485A IN
6
RS485A OUT
7
RS485B IN
8
RS485B OUT
8
Functie
Gereserveerd
Gereserveerd
RS485B, RS485 differentieel
signaal-
RS485A, RS485 differentieel
signaal+
RS485B, RS485 differentieel
signaal-
RS485A, RS485 differentieel
signaal+
RS485B, RS485 differentieel
signaal-
RS485A, RS485 differentieel
signaal+
Functie
RS485A, RS485 differentieel
signaal+
RS485A, RS485 differentieel
signaal+
RS485B, RS485 differentieel
signaal-
RS485B, RS485 differentieel
signaal-
Functie
RS485A, RS485
differentieel signaal+
RS485A, RS485
differentieel signaal+
RS485B, RS485
differentieel signaal-
RS485B, RS485
differentieel signaal-
Advertenties
Inhoudsopgave
