Inhoudsopgave
Advertenties
1. Verwijder een passende lengte van de stalen mantel en de isolatielaag van één uiteinde van de
kabel met een draadstripper.
Eenheid: mm
2. Verwijder het klemmenblok van de COM-poort van de SmartLogger.
3. Sluit de kabel aan op het klemmenblok van de SmartLogger.
(1) Draadklem
OPMERKING
1. Druk op de witte contactplaat van de overeenkomstige draadklem om de metalen veer in de
draadklem in te drukken.
2. Plaats het ongeï soleerde deel van de kerndraad in de draadklem.
3. Laat de witte contactplaat los om de kerndraad te bevestigen.
4. Plaats het klemmenblok in de COM-poort van de SmartLogger.
5. Verwijder een passende lengte van de stalen mantel en de isolatielaag van het andere uiteinde
van de kabel met een draadstripper.
Eenheid: mm
6. Sluit de kabel aan op de beveiligingspoort van het RS485-piekbeveiliginsapparaat.
(2) Witte contactplaat
10
Controleer of de COM+-poort op de
SmartLogger verbonden is met
beschermingspoort 2 of 8 op het RS485-
piekbeveiligingsapparaat, en dat de COM- -
poort op de SmartLogger verbonden is met
beschermingspoort 6 of 12 op het RS485-
piekbeveiligingsapparaat.
Advertenties
Inhoudsopgave
