Nr. Poortdefinitie Functie
Droge contactingang massaklem 1,
gebruikt voor actieve
1
GND1
vermogensverlaging voor DI1-DI4
2
DI1
DI_1
3
DI2
DI_2
4
DI3
DI_3
5
DI4
DI_4
Droge contactingang massaklem 2,
gebruikt voor reactieve
6
GND2
vermogenscompensatie voor
DI1-DI4
1. Maak een kabel met een
passende lengte, strip een deel
van de isolatielaag en sluit de
gestripte kerndraad aan op de
toonfrequentontvanger.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de DI-poort op de SmartLogger.
(1) Draadklem
OPMERKING
1. Druk op de witte contactplaat van de overeenkomstige draadklem om de metalen veer in de
draadklem in te drukken.
2. Plaats het ongeï soleerde deel van de kerndraad in de draadklem.
3. Laat de witte contactplaat los om de kerndraad te bevestigen.
8
Een ethernet-netwerkkabel aansluiten
OPMERKING
1. De SmartLogger heeft één ethernetpoort, waarmee de SmartLogger verbinding kan maken met
een apparaat van derden.
2. De SmartLogger kan verbinding maken met een LAN-switch, router of PoE-apparaat en
vervolgens met een PC. Het kan ook rechtstreeks verbinding maken met een PC. Selecteer het
aangesloten apparaat op basis van het daadwerkelijke netwerkscenario.
3. Sluit, als de kabel tussen de SmartLogger en de PC via een PoE-apparaat buitenshuis wordt
gerouteerd, een PoE-SPD aan op het PoE-apparaat om de overspanningsbeveiliging te
verbeteren. Zorg ervoor dat de ethernet-netwerkkabel niet meer dan 100 meter lang is.
4. Sluit de POE- poort van het PoE-apparaat aan op de PROECT-poort van het PoE SPD.
(2) Witte contactplaat
13