Inhoudsopgave
Advertenties
Elektrische aansluiting en instellingen
DWM2000 Flowmeter (stroomuitgang)
De aansluiting en instellingen moeten in onderstaande volgorde worden
uitgevoerd:
○
Plaatsing van het elektronicablok. Instelling van de schaalomvang.
○
Elektrische aansluiting en aarding (moet <10 Ohm zijn).
○
Instelling van de nulwaarde.
Plaatsing van het elektronicablok
Open de behuizing en draai de twee bevestigingsschroeven (14) van
het elektronicablok (slechts twee slagen) los, maar neem ze niet weg.
Plaats het blok met de pijl in de richting van de stroming in de pijp
(anders zullen de uitlezingen onjuist zijn). Het blok wordt vervolgens
vastgezet door de bevestigingsschroeven helemaal vast te draaien.
Instelling van de schaalomvang
De schaalomvang moet worden ingesteld voordat de DWM2000
ingeschakeld wordt! De schaalomvang loopt van 1 tot en met 8 m/s, en
wordt ingesteld door middel van de schakelaars van de waarden 1, 2, 4
en 8. De eindwaarde van de schaalomvang is de som van de
geactiveerde schakelaars. De schakelaar is geactiveerd als hij aan de
kant van het bijschrift zit. Als de schaalomvang onjuist is ingesteld (bv.
>8 m/s), komt het toestel in de alarmtoestand (uitgangsstroom <3 mA).
1 m/s
SCHAAL-
OMVANG
m/s
Schaalomvang
Bereikscha-
kelaar
Geheugensteuntje voor berekening van het flowvolume:
6
3 m/s
Nultoets
Bevestigings-
schroeven (14)
Voedingsklemmen
V = m/s
3
Q = m
/h
D = binnendiameter van de pijp in mm
Aansluiting
○
Schakel de voeding naar de eenheid in met 24 V gelijkstroom
(voedingsklemmen gemarkeerd met 11 (-) en 12 (+)). De maximale
draaddiameter is 1,5 mm.
○
Het stroomverbruik bij 24 V gelijkstroom bedraagt 50 mA (max. bij
20°C)
○
Schakel de stroomuitgang met 24 V gelijkstroom in
(voedingsklemmen 6 (-) en 5 (+)). Let op de polariteit! De maximale
belasting bedraagt 500 Ohm.
○
Er kan één voeding worden gebruikt voor het voeden van de
DWM2000 en de stroomuitgang (zie het diagram).
○
Na de inschakeling voert de DWM2000 een zelftest uit (1 minuut),
gedurende welke de stroomuitgang in de alarmstatus is (<3 mA).
Als de zelftest OK is, begint de DWM2000 met meten; zo niet, dan
blijft de uitgang in de alarmstatus (<3 mA).
Nulinstelling
Ga na of de pijp vol is. Er mag geen stromingssnelheid in de pijp zijn.
Druk op de "Nul"-toets. Na 1 minuut wordt de nulinstelling automatisch
aangepast. Tijdens de nulkalibratie geeft de uitgang de alarmtoestand
aan (<3mA).
Pijpen met kathodische bescherming
Gelieve rechtstreeks contact op te nemen met KROHNE voor
instructies.
Verwijderen en terugplaatsen van het elektronicablok
De volgende procedure moet worden uitgevoerd door een
gekwalificeerd technicus:
Het elektronicablok kan veilig worden verwijderd terwijl er vloeistof door
de pijp stroomt, aangezien de sensor volledig afgedicht is. Alvorens de
eenheid te verwijderen moet worden verzekerd dat de voeding
uitgeschakeld is. Draai de twee bevestigingsschroeven volledig los (14),
en trek het blok weg aan de plastic beugel.
Om het blok te vervangen moet het zo worden gericht dat de schroeven
(14) in de schroefdraden van de draaiende ring grijpen en met enkele
slagen op hun plaats worden vastgezet. Richt het blok vervolgens zo
dat de pijl in de stromingsrichting wijst, en borg het blok door de
bevestigingsschroeven helemaal aan te halen.
Elektrische bedrading
Gemeenschappelijke voeding
24 V gelijkstroom
12 V gelijkstroom (optie)
Gescheiden voedingen
24 V gelijkstroom
12 V gelijkstroom (optie)
24 V gelijkstroom
12 V gelijkstroom (optie)
Opmerking: voor toepassingen in Zone 2 is een zekering nodig voor de
positieve (+) uitgang met een nominale waarde van 200 mA.
FE < 10 Ohm
functionele aarde
FE < 10 Ohm
functionele aarde
Advertenties
Inhoudsopgave
