Problemen oplossen
Hieronder vindt u een lijst van mogelijke problemen en de controles die nodig zijn om deze problemen op te lossen. Controleer in
alle gevallen of de installatie-aanwijzingen zijn opgevolgd, bv. voor wat betreft de voedingsspanning, relaiscompatibiliteit (alleen
DWM1000), aarding (<10 Ohms), stromingsafstanden in rechte lijn, en of de stromingspijp vol is.
DWM 1000
Storing: Het relais schakelt niet overeenkomstig de referentiesnelheid.
Controles
Schakelt het relais wanneer de keuzeschakelaar
omgezet wordt?
Verhoog de referentiesnelheid van 0 m/s
geleidelijk aan tot 9 m/s - schakelt het relais?
Storing: De relais schakelt willekeurig.
Controles
Zitten er veel partikels in de vloeistof? Is de
stromingssnelheid ongeveer 0,1 m/s? Zijn de
stromingssnelheden in rechte lijn te kort? Zitten er
luchtbellen in de vloeistof (bij hoge temperaturen)?
DWM 2000
Storing: De uitgangsstroom is constant 0 mA.
Controles
Wordt het uitgangssignaal correct gevoed?
Is de polariteit correct op de
voedingsaansluitingen?
Zit er vloeistof in het sensorlichaam?
Storing: De stroming in de pijp is hoger dan 0,1 m/s en de stroomuitgang blijft 4 mA (+/- 0,02 mA).
Controles
Is de richting van de elektronische eenheid
correct?
Storing: De stroomuitgang blijft onder 3mA.
Controles
Is de voeding stabiel? (nominaal +/-1%)
Stroom op 2,0 mA?
Stroom op 2,4 mA?
Neem voor alle andere alarmuitlezingen contact op met KROHNE.
Storing: Er is geen flow in de pijp en de stroomuitgang is instabiel (4 mA +/-1 mA).
Controles
Is de uitgangsstroom stabiel wanneer hij getest
wordt met een multimeter?
Is de aarde <10 Ohm?
Storing: De uitgangsstroom ligt boven 4 mA, maar de uitlezing is onjuist.
Controles
Uitlezing boven 24 mA?
Zijn er fluctueringen, maar is de gemiddelde
uitlezing correct?
Is de installatie juist?
Is de pijp niet vol?
Zijn de snelheids-/stromingsberekeningen correct?
Is de stroomuitgang correct gekalibreerd?
10
Actie
Gebeurt dit niet, meet dan het verbruik van de eenheid terwijl de led
brandt. Als i<5,5 mA voor gelijkstroom (12 mA voor wisselstroom), een
weerstand parallel aan de relaisspoelen van 1, 3 of 10 kOhm (5 W), die
overeenkomen met respectievelijk 48, 110 en 230 V, invoegen.
Als dit niet gebeurt en de led van status veranderde, moet de
elektronische eenheid worden vervangen. Schakelt het relais wel, dan
de waarde van de referentiesnelheid noteren en deze met de werkelijke
snelheid vergelijken.
Actie
De tijdsconstante verhogen tot 10 s. Als de resultaten gelijk blijven, de
referentiesnelheid verhogen. Als de resultaten gelijk blijven, een
weerstand parallel aan de relaisspoelen van 1, 3 of 10 kOhm (5 W), die
overeenkomen met respectievelijk 48, 110 en 230 V, invoegen.
Actie
Zie de specificaties in de technische gegevens.
Zie de aansluitschema's.
Neem contact op met de serviceafdeling van KROHNE.
Actie
Haal de bevestigingsschroeven los, en zorg dat de pijl in de
stromingsrichting van de pijp wijst
Actie
De voeding vervangen.
De schakelaars van de schaalomvang terugzetten op een stand tussen
1 tot 8 m/s.
Nulinstelling te groot - de nul opnieuw instellen bij volle pijp en v=0 m/s.
Actie
Is dat niet het geval, de interferentiebron opsporen en opheffen.
Een correct aardingspunt vaststellen.
Actie
Verzekeren dat voldaan wordt aan de specificaties betreffende de
voeding.
De waarde van de tijdsconstante verhogen via de HHC2000 console. De
montagespecificaties controleren (binnendringing van de sensor in de
pijp, rechte hoeken, richting van de elektronische eenheid).
Zorgen dat de pijp vol is wanneer er stroming is.
De binnendiameter van de pijp controleren en de schaalomvang
opnieuw instellen. De stroomuitgang testen met de HHC2000 console.