Installatievoorbereiding
2.8
Veiligheidszone
Het product bevat koudemiddel R290 dat een hogere dichtheid heeft
dan lucht. Wanneer een lekkage optreedt, verzamelt het koudemiddel
zich dichtbij de grond. Daarom moet worden voorkomen dat het koude-
middel zich kan ophopen in nissen, afvoeren, spleten, holle ruimten of
andere lage delen van het gebouw.
Gebouwopeningen zoals lichtschachten, luiken, kleppen, open standlei-
dingen, kelderingangen, ramen, deuren, dakramen, dakluiken en dakaf-
voersystemen, pompschachten, inlaten in riolen, vuilwaterschachten,
enz. zijn niet toegestaan binnen de veiligheidszone van het product. De
veiligheidszone mag geen algemene ruimten of gebieden overlappen.
Geen ontstekingsbronnen zoals magneetschakelaars, lampen of elektri-
sche schakelaars zijn toegestaan binnen de veiligheidszone. De gespeci-
ficeerde veiligheidszones gelden ook voor installaties op schuine daken,
met bovendien de voorwaarde, dat geen openingen die toegang hebben
tot het gebouw en geen ontstekingsbronnen zijn toegestaan onder het
product.
Constructieve veranderingen zijn niet toegestaan in de veiligheidszone
die niet voldoen aan de voornoemde voorschriften voor de veiligheids-
zone.
2.8.1
Veiligheidszone, op de vloer gemonteerd warmtepomp
door muur
A
A
A
B
Afb. 7
Veiligheidszone op de vloer geplaatst
[A]
1000 mm
[B]
1000 mm
6
A
A
0010037106-007
2.8.2
Veiligheidszone, op grond geplaatst warmtepomp vrij-
staand of op plat dak
A
Afb. 8
Veiligheidszone op de grond op perceel of dak
[A]
1000 mm
[B]
1000 mm
[F]
Voorkant
2.8.3
Veiligheidszone, op de vloer gemonteerde warmtepomp in
een hoek
Afb. 9
Veiligheidszone op de grond geplaatst in een hoek
[A]
1000 mm
[B]
2000 mm
3
Installatievoorbereiding
3.1
Transport en opslag
GEVAAR
Levensgevaar door brand!
Het product bevat brandbaar koudemiddel R290. Wanneer een lekkage
optreedt, kan het koudemiddel een ontbrandbaar gas vormen vanwege
vermenging met lucht. Er bestaat een risico voor brand en explosie.
▶ Het product moet worden opgeslagen in een goed geventileerde
ruimte zonder constante ontstekingsbronnen (bijv. een open vlam,
een cv-toestel of een elektrische verwarming).
De warmtepomp moet altijd rechtop worden getransporteerd en opge-
slagen. De warmtepomp mag tijdelijk worden gekanteld onder ≤ 45°,
maar niet plat worden gelegd.
AW 10 | 12 OR-T – 6721864566 (2023/10)
F
B
0010037107-005
A
B
0010037110-005