18
|
Mechanische en elektrische installatie
Gegevensverbinding met de controller van een groepsinstallatie
Voor het lastbeheer van het systeem moet de energiemeter via zijn RS485 interface communiceren met het laadstati-
on/de regelcentrale van de controller. Afhankelijk van het bouwjaar is de Modbus-interface ontworpen met veerklem-
men op oudere ABL-laadstations of met RJ45-bussen op nieuwere modellen: METERS | METERL zijn compatibel met
beide systemen.
Voor de bekabeling worden Cat5e- of Cat6- datakabels met een doorsnede van 0,14 mm² of meer aanbevolen: De in-
wendige verdraaiing moet gehandhaafd blijven tot de aansluiting aan de betreffende klem.
AANWIJZING
Communicatie via de vrije interface
In de controller van een groepsinstallatie is telkens één van de twee Modbus-interfaces niet bezet, terwijl de an-
dere gebruikt wordt voor de communicatie met de extender-laadstations.
Verbind de betreffende vrije interface in de controller met de RS485 interface van de energiemeter.
Verbind de interfaces als volgt:
Laadstation met veerklemmen
Verbind de contacten als volgt:
Contact meter
&
(
)
Om de RS485-bus af te sluiten, moet er ook een draad-
brug tussen de contacten ( en ~ op de energiemeter
worden geplaatst.
Laadstation met RJ45-interface
Verbind de contacten als volgt:
Contact
Toewijzing
meter
&
(
)
Om de RS485-bus af te sluiten, moet er ook een draad-
brug tussen de contacten ( en ~ op de energiemeter
worden geplaatst.
Veerklem laadstation
METER – B
METER – A
METER – M
Aderkleur
Toewijzing
bus
T-568B
B
Bruin
A
Bruin-wit
M
Blauw
M
Blauw-wit
PIN RJ45
8
7
4
5
MODBUS EN1 MODBUS
A M B
A M B
CONTROL
METER
1 2 3 4 5 6 7 8
C
M
N
E
T
T
R
E
L
R