De scanner knippert en piept wanneer de meting wordt uitgevoerd. Til de scanner na de
piep op van de huid.
Voor het heiligbeen worden minimaal zes (6) SEM-waardemetingen aanbevolen. Deze
worden verkregen door rond het botuitsteeksel te bewegen en zo gezond weefsel en andere
beschadigde gebieden rond het botuitsteeksel te identificeren. De aanbevolen plaatsingen voor
Provizio SEM Scanner-metingen voor een beoordeling van het heiligbeen worden getoond in
hieronder (Afbeelding 21).
1. Het eerste meetpunt #1 ligt vlak boven de bilspleet van het heiligbeen, rond wervel S3 van
het heiligbeen.
2. #2 tot en met #6 zijn naast elkaar geplaatst in meting #1. Er kan variatie ontstaan in afstand
tussen de meetlocaties door de positionering van de patiënt of door beperkingen die
metingen op positie 5 en 6 verhinderen.
3. #3 dient niet hoger dan S1 van het heiligbeen te worden verkregen.
5.3
Metingen uitvoeren op beide hielen
Zorg ervoor dat er zich geen vocht of verontreiniging op de huid bevindt op de locatie waar
de huid wordt beoordeeld.
Zorg dat de sensor vlak tegen de huid van de patiënt ligt in het te scannen gebied.
Verhoog continu de druk op het gebied totdat de scan wordt geactiveerd.
De scanner knippert en piept wanneer de meting wordt uitgevoerd. Til de scanner na de piep
op van de huid.
Voor hielscannen worden minimaal vier (4) metingen aanbevolen. Metingen worden verkregen
door rond het botuitsteeksel te bewegen en zo gezond weefsel en andere beschadigde
gebieden rond het botuitsteeksel te identificeren. De aanbevolen plaatsingen voor Provizio
SEM Scanner-metingen voor een beoordeling van de linkerhiel worden getoond in hieronder
(Afbeelding 22).
Afbeelding 21 Aanbevolen meetlocaties heiligbeen
Bladzijde 29 van 50
NEDERLANDS
OTH-SEM-IFU-US-0359 Rev C