Installatie
De volgende aanwijzingen voor de montage en de
instelling van de apparaten zijn uitsluitend bestemd
voor geautoriseerd, vakkundig personeel.
Alle veiligheidsaanwijzingen moeten absoluut in acht
worden genomen.
Algemene informatie
Meestal kunnen de apparaten direct in de te
verwarmen ruimte worden geïnstalleerd.
Bij de opstelling van de apparaten moeten in principe
altijd de richtlijnen van de nationale bouwverordening
en verordening voor verbrandingsinstallaties van het
desbetreffende land worden aangehouden.
De eerste verordening voor de uitvoer van de natio-
nale immissiebescherming (1e BImSchG in Duitsland)
en daarna de wettelijke voorschriften van de verorde-
ning over kleine verbrandingsinstallatie (1e BImSchV
in Duitsland) moeten eveneens worden gebruikt.
In de volgende ruimtes is de inbouw van met
gasbranders aangedreven luchtverwarmers verboden:
in openbare tentoonstellingsruimtes of ruimtes met
■
een persoonsdichtheid vanaf 0,4 per vierkante meter
in ruimtes, waarin door de daarin uitgevoerde
■
verwerking of door daarin opgeslagen materialen,
waarin zich gas of stof kan vormen, die kunnen
leiden tot branden of explosies
Om ervoor te zorgen dat er geen gevaarlijk hoge
temperaturen bereikt kunnen worden, moet de afstand
tussen het buitenste oppervlak van het apparaat en
de rookgaspijp en eventueel opgeslagen, brandbaar
materiaal bij een vloerafstand van 2,5 meter of
daarboven in geen geval onder 1,5 m liggen.
Apparaten met gasbranders voor gas met een
dichtheid hoger dan 0,8 (vloeibaar gas, propaan,
butaan) mogen uitsluitend in ruimtes worden
geïnstalleerd, waarin de vloer niet onder de grond ligt.
Ventilatieopeningen
De ruimte, waarin de met gas aangedreven apparaten
worden gebruikt, moeten een of meerdere continue
openingen (vensters of deuren) hebben.
Deze openingen moeten op de volgende plaatsen
aanwezig zijn:
- direct onder het plafond bij gassen met een
dichtheid onder 0,8
- direct boven de vloer bij gassen met een dichtheid
boven of van 0,8.
De openingen moeten zich in buitenwanden
bevinden, die direct aan de open lucht grenzen. Het
geïnstalleerde warmtevermogen is maatgevend voor
de grootte van de dwarsdoorsnede.
Inbouwaanwijzing
De minimale hoogte en -afstanden van de
luchtverwarmer tot de wanden en vloer zijn in de
onderstaande schets te vinden.
De minimale afstanden zijn de voor het onderhoud
noodzakelijke afstanden. Alle afmetingen zijn
aangegeven in mm.
De hoogte [2500 mm] komt overeen met de door
de richtlijnen aangegeven minimale hoogte voor
"Apparaten in hangende uitvoering".
Voor de inbouw zijn er als accessoire twee
verschillende consoletypes beschikbaar:
Vaste en draaibare.
AANWIJZING
Zorg voor voldoende afstand tussen de ventilator
en de wand (onbelemmerde luchtstroom)
17