Installatiehandleiding
▪ De lekdetectoren moet worden ingesteld op de LFL (onderste explosiegrens).
▪ Reiniging met chloorhoudende reinigingsmiddelen moet worden vermeden, omdat het chloor met het koudemiddel kan reageren
en de leidingen kan corroderen.
▪ Als er een vermoeden van lekkage bestaat, moeten open vlammen worden verwijderd.
▪ Als er lekkage optreedt tijdens soldeerwerkzaamheden moet al het koudemiddel uit het product worden afgetapt of worden geïso-
leerd (bv. met behulp van afsluiters). Het mag niet rechtstreeks vrijkomen in het milieu. Er moet zuurstofvrije stikstof (OFN) worden
gebruikt om het systeem voor en tijdens de soldeerwerkzaamheden door te spoelen.
▪ Het werkgebied moet zowel voor als tijdens de werkzaamheden worden gecontroleerd met een geschikte koudemiddeldetector.
▪ Verzeker u ervan dat de lekdetector geschikt is voor gebruik met ontvlambare koudemiddelen.
4.3.7
Terugwinning van koudemiddel
▪ Wanneer koudemiddel uit het systeem wordt verwijderd in verband met onderhoud of ontmanteling, wordt het aanbevolen om al
het koudemiddel te verwijderen.
▪ Zorg er bij het overgieten van koudemiddel in cilinders voor dat daarvoor alleen cilinders voor koudemiddelterugwinning worden
gebruikt.
▪ Alle cilinders die voor het teruggewonnen koudemiddel worden gebruikt, moeten worden gelabeld.
▪ De cilinders moeten zijn uitgerust met veiligheidskleppen en afsluiters in de juiste volgorde.
▪ Het terugwinningssysteem moet normaal werken volgens de vermelde instructies en moet geschikt zijn voor koudemiddelterug-
winning.
▪ Bovendien moeten de kalibratieschalen normaal werken.
▪ De slangen moeten zijn uitgerust met lekvrije koppelingen.
▪ Controleer de status van het terugwinningssysteem en de afdichting voordat u met de terugwinning begint. Neem bij twijfel con-
tact op met de fabrikant.
▪ Stuur het teruggewonnen koudemiddel terug naar de leverancier in de juiste terugwinningscilinders met begeleidende brief in
verband met de overdracht van afvalstoffen.
▪ Meng verschillende koudemiddelen niet in de terugwinningseenheden of -cilinders.
▪ Zorg er bij het afvoeren van compressoren of compressorolie voor dat de compressoren tot een aanvaardbaar niveau zijn afgetapt
om ervoor te zorgen dat er geen ontvlambaar koudemiddel in het smeermiddel is achtergebleven.
▪ Het aftapproces moet worden uitgevoerd voordat de compressor naar de leverancier wordt teruggestuurd.
▪ Om het proces te versnellen, mag alleen de elektrische verwarming op het compressorhuis worden gebruikt.
▪ Olie moet op veilige wijze uit het systeem worden afgetapt.
▪ Installeer nooit motoraangedreven apparatuur (om ontbranding te voorkomen).
4.3.8
Afvoerwerkzaamheden
Voorzichtig
N
28
iTec XT
Verzeker u ervan dat het condenswater bij lage omgevingstemperatu-
ren goed uit het buitengedeelte loopt. Voorkom dat er te veel ijsafzet-
ting plaatsvindt op de warmtewisselaar of op/in de afvoerleiding. Eni-
ge ijsafzetting op de warmtewisselaar is normaal tijdens het stooksei-
zoen. Als het afvoerwerk het condenswater niet goed kan afvoeren,
kunnen de eenheden beschadigd raken door ijsafzetting en kan het
systeem mogelijk niet meer werken doordat het met ijs is bedekt.
Zorg dat u de onderstaande instructies opvolgt als u de eenheid ge-
bruikt bij lage buitentemperaturen.
AWIXT01IG0110
Thermia AB