Installatiehandleiding
▪ Gebruik altijd materialen die compatibel zijn met het water dat in het systeem wordt gebruikt en met de materialen die in het
binnengedeelte worden gebruikt.
▪ Selecteer de leidingdiameter op basis van het vereiste waterdebiet en de beschikbare externe statische druk van de pomp.
▪ Gebruik chemische reinigingsmiddelen (begin met een zuur middel en eindig met een alkalisch middel).
▪ Gebruik het systeem niet met gesloten kleppen, omdat de warmtepomp daardoor beschadigd zal raken.
4.3.2
Locatievereisten voor installatie
▪ Installeer het buitengedeelte in een open ruimte die altijd wordt geventileerd.
▪ Er moet altijd worden voldaan aan de nationale voorschriften voor F-gassen.
▪ Bij installatie in een gebouw (dit geldt voor binnengedeeltes, maar ook voor buitengedeeltes die binnen worden geïnstalleerd) is
een minimaal vloeroppervlak met ventilatie vereist volgens IEC 60335-2-40:2018.
▪ Voor het hanteren, aftappen en afvoeren van het koudemiddel of voor het openen van het koudemiddelcircuit moet de technicus
zijn gecertificeerd door een sectorspecifieke goedkeuringsinstantie.
4.3.3
Brandblusser voorbereiden
▪ Als er werkzaamheden met hoge temperaturen moeten worden uitgevoerd, moeten de juiste brandblusmiddelen aanwezig zijn.
▪ Op de locatie waar het vullen van koudemiddel plaatsvindt, moet een poederblusser of een CO
4.3.4
Vrij van ontstekingsbronnen
Zorg ervoor dat de eenheden worden opgeslagen op een locatie waar
Voorzichtig
geen continu werkende ontstekingsbronnen aanwezig zijn (zoals
open vlammen, een werkend gastoestel of een werkende elektrische
kachel).
▪ De installateur mag geen ontstekingsbronnen gebruiken waarbij risico op brand of explosie bestaat.
▪ Mogelijke ontstekingsbronnen moeten uit de buurt worden gehouden van werkgebieden waar de kans bestaat dat er koudemid-
del in de omgeving vrijkomt.
▪ Het werkgebied moet worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat er geen gevaar voor ontbranding of ontsteking is.. De
waarschuwing "Niet roken" moet worden aangebracht.
▪ Bij het opsporen van lekken mag nooit gebruik worden gemaakt van mogelijke ontstekingsbronnen.
▪ Veilige onderdelen zijn onderdelen waarmee de technicus in een ontvlambare atmosfeer kan werken. Andere onderdelen kunnen
tot ontsteking leiden in geval van lekkage.
▪ Vervang componenten uitsluitend met onderdelen die door Thermia zijn gespecificeerd. Andere onderdelen kunnen ertoe leiden
dat het koudemiddel bij lekkage ontvlamt of in de atmosfeer vrijkomt.
4.3.5
Ventilatie van de ruimte
▪ Verzeker u ervan dat het werkgebied goed geventileerd is voordat u werkzaamheden met hoge temperaturen gaat uitvoeren.
▪ Zorg voor voldoende ventilatie tijdens de installatiewerkzaamheden.
▪ De ventilatie moet eventueel vrijgekomen gassen veilig verspreiden en bij voorkeur verwijderen naar de atmosfeer, weg van het
werkgebied.
4.3.6
Methoden voor lekdetectie
▪ De lekdetector moet worden gekalibreerd in een ruimte die vrij is van koudemiddel.
▪ Verzeker u ervan dat de detector geen mogelijke ontstekingsbron is.
Thermia AB
iTec XT
AWIXT01IG0110
-blusser aanwezig zijn.
2
27