2.3 Pompfuncties – bedieningspaneel
3
4
1 COMFORTINSTELLING (COMFORT)
Geschikte luchtdruk wordt ingesteld met de comfortknop. Richtlijnen voor gebruikersgewicht
kan worden gevonden in de tabel op de pomp.
2 CYCLUSTIJD (CYCLE TIME)
U kunt kiezen uit vier cyclustijden.. Druk op de knop om een cyclustijd te selecteren.
3 PROGRAMMA (THERAPY)
Wijzig de modus door op de knop te drukken, de gekozen modus wordt aangeduid met het
groene lampje. De volgorde van de modi is: Autofirm, Alternate, Static, Alternate ‐ seat
inflation, Static ‐ seat inflation.
A. Autofirm
Autofirm wordt gebruikt om het matras volledig met lucht op te blazen zodat
het een stevige ondersteuning biedt. De pomp start altijd in deze modus. Wanneer de juiste
druk is bereikt, verandert de instelling automatisch naar de vorige instelling of naar de
onderstaande voorinstelling.
Voorinstelling voor het Autofirm‐proces
1. Programma (Therapy): Selecteer het gewenste programma.
2. Comfortinstelling: Stel de gewenste luchtdruk in (1‐10).
3. Cyclustijd: Kies uit 10, 15, 20 of 25 minuten.
Opmerking: Tijdens het Autofirm‐proces branden de lampjes voor de vooringestelde
cyclustijd, comfortinstelling en programma. (Ook het Autofirm‐lampje brandt) Nadat het
matras is opgeblazen, gaat het lampje voor Autofirm automatisch uit.
B. Alternate
In deze modus wisselt de druk tussen de cellen en kan men kiezen uit vier
verschillende cyclustijden.
C. Static
Wanneer "Static" wordt gekozen, wordt het wisseldrukproces beëindigd en
de druk tussen de cellen herverdeeld. De functie kan worden gebruikt tijdens het uitvoeren
van zorgtaken, tijdens het veranderen van houding en tijdens het verplaatsen van de patiënt
van of naar het bed. De functie wordt uitgeschakeld door opnieuw op de knop te drukken,
anders gaat deze na 20 minuten automatisch terug naar de wisseldrukmodus.
D. Seat inflation Deze modus biedt extra ondersteuning tijdens het rechtop zitten en kan
worden ingesteld voor zowel wisselende als statische stand.
2
7
5
9
1
6