4. Bediening
Let op! Lees altijd de gebruiksaanwijzing voor gebruik.
4.1 Opstarten
1. Start de pomp door op "1" (Aan) te drukken op de zijkant van de
pomp, en op de 'Power' knop op het voorpaneel.
2. Het matras wordt gevuld met lucht. Het duurt ongeveer 15
minuten voordat het matras klaar is voor gebruik.
Let op! De pomp start altijd in de Autofirm‐modus.
3. Het lampje voor 'Lage druk' blijft branden totdat het matras de ingestelde druk heeft
bereikt. Zodra het lampje uitgaat, wijzigt het systeem van modus (naar de eerdere
instellingen) en is het matras klaar om te worden gebruikt.
4.2 Programmaselectie
Er zijn vier verschillende programma's. Zie paragraaf 2.3 voor meer informatie. Als
standaardinstelling adviseren wij een wisselmodus en een cyclustijd van 10 minuten.
4.3 Comfortinstellingen
De luchtdruk in het matras kan worden aangepast aan de
comfortwensen van de patiënt. Raadpleeg ALTIJD de
voorschrijvende zorgverlener of ander bevoegd personeel
voor de juiste instelling.
Het matras is nu klaar voor gebruik. Gebruik de
comfortknoppen (1‐10) om een geschikte luchtdruk,
gebaseerd op de tabel op de pomp, in te stellen.
Let op! De pomp start altijd in de Autofirm‐modus. Zodra het
matras de gewenste druk heeft bereikt , wordt de pomp
automatisch ingesteld op de daarvóór gebruikte instelling of
op de instellingen die in het Autofirm‐programma zijn
aangebracht. Zie paragraaf 2.3 voor meer details.
OPMERKING:
Wij raden aan de Seat inflation‐modus te gebruiken voor alle situaties waarin het
hoofdeinde van het bed omhoog wordt gezet.
Wanneer slechts een aantal delen van het matras worden belast, bijvoorbeeld als de
patiënt een geamputeerde is, moet de druk worden verhoogd (1‐2 niveaus).
Controleer de ingestelde druk altijd met een "handcontrole", zie 4.4 voor meer
informatie.
12