Inhoudsopgave
Advertenties
A
B
1
92
De modellen zijn standaard uitgerust met het EVS (Effectief Ventilatie Systeem).
Om deze mogelijkheid te benutten moet de tweede slang aangesloten worden.
De slangverbindingsstukken
omschreven.
LET OP!
Het apparaat kan met 1 of 2 slangen gebruikt worden. Indien het
apparaat met 2 slangen gebruikt wordt valt het toestel mogelijk in een
andere Energie Efficiëntie Klasse. Zie hiervoor de technische specificatie
in deze handleiding. Gebruik van een tweede slang heeft een positieve
invloed op de energiebalans van de ruimte waar het toestel staat. Het
gebruik van de tweede luchtslang garandeert u dat het apparaaat in de
meest effectieve en snelle manier koelt.
Indien gebruik van de tweede slang niet mogelijk of niet gewenst is, dan kan voor
de koelfunctie volstaan worden met het aansluiten van één slang op de
luchtuitlaat
aan achterzijde van de airconditioner.
8
Ramen en buitendeuren zoveel mogelijk gesloten houden om te voorkomen
dat buitenlucht binnenstroomt. De lucht welke de ruimte in moet komen
(specifiek bij gebruik van één slang) om de airconditioner correct te laten
functioneren dient altijd zo koel mogelijk te zijn. Deze via bv. een gang of
naastgelegen ruimte aanvoeren werkt comfortverhogend.
TIP!
Wanneer het toestel gebruikt wordt in de koelstand met twee
luchtslangen is het zinvol de slangen naar buiten te leiden door bv. een
raam aan de schaduwzijde van het gebouw. De aangezogen lucht is dan
zo koel mogelijk. In de verwarmingsfunctie kunnen de luchtslangen het
best aan de zonzijde van het gebouw naar buiten geleid worden. De
aangezogen lucht is dan zo warm mogelijk.
BELANGRIJK
De flexibele luchtafvoerslang(en) kan (kunnen) tot ca. 1200 mm worden
uitgerekt. De lengte van deze slang(en) is op de capaciteit van het
apparaat berekend. Het gebruik van andere slangen of verlengstukken
kan storingen aan het apparaat veroorzaken. De lucht moet
ongehinderd kunnen stromen, anders kan dit oververhitting van het
apparaat of condensatie van water in de luchtafvoerslang
hebben. Zorg er daarom voor dat er geen knikken of scherpe bochten in
de luchtslang(en) zitten.
Om een optimaal resultaat te verkrijgen dienen de luchtslangen tijdens
gebruik van de airconditioner korter gehouden te worden dan 1 meter.
GEBRUIK VAN ÉÉN LUCHTSLANG
Wanneer de modellen met één enkele luchtslang gebruikt worden, moet de
"single duct achterplaat" (zie nummer A in nevenstaande afbeelding) verwijderd
worden. Schroeven 1, 2 en 3 moeten daartoe losgedraaid worden.
Enkel de luchtafvoerslang wordt nu gebruikt. Deze moet aangesloten worden op
opening B (zie afbeelding).
en het slangverloopstuk monteren zoals hiervoor
tot gevolg
Advertenties
Inhoudsopgave
