8 Inbedrijfstelling
INFORMATIE
Als de kleppen automatisch werken:
Wanneer de ventilator begint te draaien, gaan de kleppen
volledig open en blijven dan staan in de ingestelde stand.
In de onderstaande tabel vindt u de overeenkomstige
hoeken.
Wanneer de ventilator stopt met werken, met inbegrip van
uitschakeling door de thermostaat, worden de kleppen
volledig geopend en vervolgens volledig gesloten.
OPMERKING
De instelling van de DIP-schakelaar moet juist zijn voor het
type paneel; anders zal het paneel niet juist werken.
Instelling: Luchtstroomrichting en design paneel
OPMERKING
Als de kleppen automatisch moeten openen en sluiten,
moet de kabel van het sierpaneel op de printplaat worden
aangesloten. Anders moeten de kleppen handmatig
worden ingesteld. (Zie
aansluiten" [ 4 12])
OPMERKING
De "Adapter (EKRP1CAS5A)" is een verplichte optie voor
aansluiting op de printplaat van het "Design paneel
(BYFQ60C)"
OPMERKING
De hoek van de klep kan alleen worden veranderd met de
DIP-schakelaar op de printplaat.
De klepstand van de sierpanelen kan worden veranderd met de DIP-
schakelaar op de printplaat. Zie de 4 verschillende klepstanden in de
tabel.
Type
Optie
paneel
a
b
Standaard
Volledig
-
(BYFQ60B)
open
35 ̊
Design
-
36 ̊
(BYFQ60C)
2
1
1 G
O N
2
1
2
1
1 G
O N
1 G
O N
a
b
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
18
"5.5.2 Optionele apparatuur
c
d
-
-
45 ̊
Volledig
open
53 ̊
2
1
2
1
1 G
O N
1 G
O N
c
d
a
35°
c
45°
8
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Onderbreek het proefdraaien NIET.
8.1
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
U
leest
de
volledige
beschreven in de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
De binnenunits zijn goed geïnstalleerd.
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen
zijn vastgedraaid.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn
overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET
overbrugd.
De voedingsspanning stemt overeen met de spanning
op het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
b
36°
d
53°
installatie-instructies,
zoals
FWF02~05D
Ventilatorconvectoren
3P443944-9T – 2023.01