ELEKTROMAGNETISCHE
COMPATIBILITEIT (EMC)
CONFORMITEIT
Producten met de CE-markering voldoen aan de richtlijn van de Europese
Raad van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de
wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit,
2004/108/EG. Het werd vervaardigd in overeenstemming met een nationale
norm die een geharmoniseerde norm implementeert: EN 60974-10
'Electromagnetic Compatibility (EMC) product standard for arc welding
equipment'. Het kan gebruikt worden met andere Lincoln Electric-
apparatuur. Het is ontworpen voor industrieel en professioneel gebruik.
INTRODUCTIE
Alle elektrische apparatuur genereert kleine hoeveelheden
elektromagnetische emissies. Elektrische emissies kunnen worden
verspreid via elektriciteitsleidingen of uitgestraald door de ruimte,
vergelijkbaar met een radiozender. Wanneer emissies worden ontvangen
door andere apparatuur kan dit voor elektrische interferenties zorgen.
Elektrische emissies kunnen van invloed zijn op vele soorten elektrische
apparatuur; andere nabijgelegen lasapparatuur, radio- en tv-ontvangst,
numerieke apparaten, telefoonsystemen, computers, etc.
Waarschuwing: Deze klasse A-apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in
woongebieden waar de elektrische energie wordt geleverd door het
openbare laagspanningsnet. Het kan moeilijk zijn om de elektromagnetische
compatibiliteit op die plaatsen te garanderen, als gevolg van zowel geleide
als uitgestraalde frequentiestoringen.
INSTALLATIE EN GEBRUIK
De gebruiker is verantwoordelijk voor de installatie en het gebruik van de
lasapparatuur volgens de instructies van de fabrikant.
Indien er elektromagnetische storingen worden ontdekt, is het de
verantwoordelijkheid van de gebruiker van de lasapparatuur om de situatie
op te lossen met de technische hulp van de fabrikant. In sommige gevallen
kan deze corrigerende maatregel eenvoudigweg bestaan uit het aarden van
het lascircuit (zie opmerking). In andere gevallen kan het gaan om de bouw
van een elektromagnetisch scherm dat de stroombron en het werk met
bijbehorende ingangsfilters omsluit. In alle gevallen moeten
elektromagnetische storingen zodanig worden beperkt dat ze niet langer
moeilijkheden geven.
Opmerking:
Het lascircuit kan om veiligheidsredenen wel of niet
geaard zijn. Volg uw lokale en nationale normen voor installatie en gebruik.
Het wijzigen van de aardingsvoorzieningen mag alleen worden
geautoriseerd door een persoon die bevoegd is om te beoordelen of de
wijzigingen het risico op letsel zullen verhogen, bijvoorbeeld door parallelle
stroombronnen voor lassen toe te staan die de aardcircuits van andere
apparatuur kunnen beschadigen.
BEOORDELING VAN DE WERKPLEK
Alvorens lasapparatuur te installeren moet de gebruiker een beoordeling
maken van mogelijke elektromagnetische problemen op de werkplek. Er
moet rekening worden gehouden met het volgende:
a)
andere voedingskabels, besturingskabels, signalering en
telefoonkabels; boven, onder en naast de lasapparatuur;
b)
radio- en televisiezenders en ontvangers;
c)
computer en andere bedieningsapparatuur;
d)
veiligheidskritische apparatuur, bijv. beveiliging van industriële
apparatuur;
e)
de gezondheid van de mensen in de omgeving, bijv. het gebruik van
pacemakers en hoortoestellen;
f)
apparatuur die wordt gebruikt voor kalibratie of meting;
g)
de immuniteit van andere apparatuur in de omgeving. De gebruiker
moet ervoor zorgen dat andere apparatuur die in de omgeving wordt
gebruikt, compatibel is. Dit kan extra beschermingsmaatregelen
vereisen;
h)
het tijdstip waarop lassen of andere werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd.
De omvang van het omliggende gebied zal afhangen van de structuur van
het gebouw en andere activiteiten die er plaatsvinden. Het omliggende
gebied kan zich uitstrekken tot buiten de grenzen van het terrein.
METHODEN VOOR HET VERMINDEREN VAN EMISSIES
Openbaar stroomsysteem
Lasapparatuur moet worden aangesloten op het openbare stroomnet
volgens de aanbevelingen van de fabrikant. Als er interferentie optreedt,
kan het nodig zijn om extra voorzorgsmaatregelen te nemen zoals filtering
van het systeem. Er moet worden overwogen om de voedingskabel van
permanent geïnstalleerde lasapparatuur af te schermen in een metalen
leiding of iets soortgelijks. De afscherming moet over de gehele lengte
elektrisch ononderbroken zijn. De afscherming moet worden aangesloten
op de stroombron van de lasapparatuur, zodat een goed elektrisch contact
tussen de leiding en de behuizing van de stroombron van de lasapparatuur
behouden blijft.
Onderhoud van lasapparatuur
De lasapparatuur moet regelmatig worden onderhouden volgens de
aanbevelingen van de fabrikant. Alle toegangs- en onderhoudsdeuren en
afdekkingen moeten tijdens het gebruik van de lasapparatuur gesloten en
goed bevestigd zijn. De lasapparatuur mag op geen enkele manier worden
aangepast, behalve voor wijzigingen en aanpassingen die in de instructies
van de fabrikant staan beschreven. In het bijzonder moeten de
vonkbruggen van sluitbogen en stabiliserende apparaten worden aangepast
en onderhouden volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
Laskabels
De laskabels moeten zo kort mogelijk worden gehouden en dicht bij elkaar
worden geplaatst, op of dicht bij de vloer.
Signaalaarde
Het wordt aangeraden om alle metalen onderdelen in de lasinstallatie en de
aangrenzende onderdelen te verbinden. Metalen componenten die aan het
werkstuk zijn bevestigd, verhogen echter het risico dat de bediener een
schok kan krijgen wanneer deze metalen componenten en de elektrode
tegelijkertijd worden aangeraakt. De bediener moet geïsoleerd worden van
al deze met elkaar verbonden metalen onderdelen.
Aarding van het werkstuk
Wanneer het werkstuk niet aan de aarde verbonden is om reden van
elektrische veiligheid of vanwege zijn afmeting en positie, bijvoorbeeld de
romp of het bouwstaal van het schip, kan een verbinding die het werkstuk
aan de aarde verbindt de emissies in sommige, maar niet in alle gevallen
verminderen. Er moet worden voorkomen dat de aarding van het werkstuk
de kans op letsel bij gebruikers of schade aan andere elektrische
apparatuur vergroot. Waar nodig, moet het werkstuk via een directe
verbinding met de aarde worden verbonden. In sommige landen waar een
directe verbinding is niet is toegestaan, moet de verbinding echter tot stand
worden gebracht door middel van een geschikte, volgens de nationale
voorschriften gekozen capaciteit.
Screening en afscherming
Een selectieve screening en afscherming van andere kabels en apparatuur
in het omliggende gebied kan interferentieproblemen verminderen.
Screening van de gehele lasinstallatie kan worden overwogen voor speciale
toepassingen.