Power Wave® 300C
Structuur van de gebruikersinterface
Afbeelding B.5
1. Procesaanpassingknop: draaien om het instelpunt te wijzigen (afhankelijk van het proces).
2. Procesaanpassingknop: draaien om het instelpunt te wijzigen (afhankelijk van het proces).
3. Navigatie-/selectieknop: draaien om door het menu te bladeren en indrukken om een
gemarkeerde optie te selecteren.
4. SMAW-knop: indrukken op om het systeem in de SMAW-modus te zetten.
5. GTAW-knop: indrukken op om het systeem in de GTAW-modus te zetten.
6. FCAW-knop: indrukken op om het systeem in de FCAW-modus te zetten.
7. GMAW-knop: indrukken op om het systeem in de GMAW-modus te zetten.
8. Geheugenknoppen: Voor elk lasproces kunnen geheugens worden opgeslagen. Deze zijn toegankelijk
door de betreffende geheugenknop (1 tot en met 4) in te drukken. Om een geheugen op te slaan
houdt u de gewenste geheugenlocatie ingedrukt tot het scherm aangeeft dat het geheugen is
opgeslagen. Om een lijst met alle opgeslagen geheugentegels voor het geselecteerde proces te
bekijken, drukt u kort een willekeurige combinatie van twee geheugentoetsen tegelijk in.
9. USB-aansluiting: Hierin kan een USB-stick worden geplaatst om geheugens te uploaden/downloaden
en de gebruikersinterface-software te updaten.
B-9
Bediening