Power Wave® 300C
Voorbeeld
3
-
2-Step
vlamboogstart, krater en vlamboogeinde. Soms is het
voordelig om specifieke parameters voor het starten, krater en
het afsluiten van de vlamboog in te stellen voor de ideale las.
Vaak is bij het lassen van aluminium kraterregeling nodig om
een goede las te kunnen maken. Dit wordt gerealiseerd door
de functies Start en Crater in te stellen op de gewenste
waarden. (Zie afbeelding B.21)
Voor deze sequentie,
Voorstromen:
Het beschermgas begint onmiddellijk te stromen zodra knop
op het pistool wordt ingedrukt.
Aanloop:
Nadat de voorstroomtijd is verstreken regelt de voeding naar
de startspanning en wordt de draad naar het werkstuk
opgevoerd met de aanloopdraadtoevoersnelheid. Als een
vlamboog niet binnen 1,5 seconden tot stand wordt gebracht
springt de uitgangsvoeding en de draadtoevoersnelheid niet
naar de lasinstellingen.
Start en upslope:
Zodra de knop wordt ingedrukt begint het gas te stromen. De
vlamboog-, starttijd- en upslopeparameters worden aan het
begin van de lassequentie gebruikt om een stabiele vlamboog
Onbenut
AAN
Beschermgas
UIT
Lassen
Lasspanning
Starten
Krater
UIT
Lassen
Draadtoevoersnelheid
Krater
Aanloop
UIT
pistoolknop:
Aangepaste
Afbeelding B.22
2-Step-pistoolknop
Start = AAN
Krater = AAN
Strijken
Voorstr
Upslope
omen
Starttijd
Max. 1,5 s
tot stand te brengen voor een soepele overgang naar de
lasinstellingen.
Lassen:
na de upslope gaan het uitgangsvermogen van de voeding en
de draadtoevoersnelheid verder met de lasinstellingen.
Krater en downslope:
Zodra
de
pistoolknop
toevoersnelheid van de draad en de uitgangsstroom
gedurende de kratertijd naar de kraterinstellingen geactiveerd.
De tijdspanne waarin de lasspanning wordt teruggeregeld
naar de kraterinstellingen wordt downslope genoemd.
Nastromen:
Vervolgens wordt de lasspanning uitgeschakeld en blijft het
beschermgas stromen tot de nastroomtijd verstreken is.
Lassen
Downslope
Kratertijd
B-31
Bediening
wordt
losgelaten
worden
Onbenut
Nastromen
de