Lichtmeetfunctie (Bewegende
beelden)
U kunt de lichtmeetfunctie selecteren voor het meten van een deel van het onderwerp wanneer
de camera is ingesteld op het automatisch bepalen van de belichting voor het opnemen van
bewegende beelden.
Voor informatie over de lichtmeetfuncties in de
34.
DSC-T900:
1 Zet de functieknop in de stand
2 Doe de lensafdekking omlaag om de opnamefunctie in te schakelen.
3
t
(Lichtmeetfunctie) t gewenste
functie t
DSC-T90:
1 Doe de lensafdekking omlaag om de
opnamefunctie in te schakelen.
2
(Opn.functie) t
t
3
t
(Lichtmeetfunctie) t gewenste
functie t
(Multi)
(Midden)
(Bewegende beelden).
(Bewegende beeldn)
Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en wordt
op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera bepaalt een
goed afgewogen belichting (lichtmeting met meerdere patronen).
Hiermee wordt het midden van het beeld gemeten en wordt de
belichting bepaald aan de hand van de helderheid van dat deel van
het onderwerp (lichtmeting met nadruk op het midden).
(Autom. Programma) functie, zie pagina
90
NL