Aansluiten van de sound module in de analoge modus .
Aansluiten van de motoren:
In de analoge modus, wordt de rijsnelheid bepaald door de motor spanning. 1 of 2 DC‐motoren kunnen
worden aangesloten op de klemmen X 1/4 en X 1/5 of X 1/6 en X 1/7. De verbinding met de soundmodule
is parallel aan de bestaande verbindingen tussen de snelheidsregelaars die de snelheid van de motoren
regelen.
Als u de uitgang wilt gebruiken voor het achteruitrij licht of het achteruit rijden geluid moet u rekening
houden met de polariteit van de motor verbindingen. Als het achteruitrij licht schijnt bij het vooruit rijden,
moeten de verbindingen worden aangepast.
Aansluitingen van de schakelingangen:
De schakelingangen op de aansluitingen X 2/1‐X 2/4 kunnen gebruikt worden voor 4 verschillende functies
(Zie bladzijde 30). De ingang zit aan de linker pin (in de richting van het midden van de printplaat). De
andere 2 pinnen hebben geen functie bij deze instelling.
Als slechts 1 motor wordt gebruikt voor de rijsnelheid, dan zijn de klemmen X 1/6 en X 1/7 beschikbaar als
extra schakel ingangen.
Alle schakel ingangen van de soundmodule zijn negatief geschakeld. Als u een functie wilt activeren, moet
u verbinding maken met de minpool van de voeding en de corresponderende ingang. Over het algemeen
worden schakel eenheden (zoals onze OKA‐4, RC‐SM‐2 of andere standaard switch‐modules) gebruikt voor
dit doel. Deze modules zijn normaal negatief geschakeld, dat is de reden waarom alleen de uitgang moet
worden aangesloten op de ingang van de soundmodule.
Aansluiting X 1/3 is de schakelingang, voor het in‐ en uitschakelen en het motorgeluid. Voor activering,
moet de negatieve pool (bijvoorbeeld door een schakelmodule of schakelaar) worden aangesloten op deze
ingang.
Zo lang als het geluid van de motor wordt uitgeschakeld, laat de soundmodule geen
motorgeluid horen! Daarom moet het geluid van de motor worden ingeschakeld op een
manier die u beschikbaar heeft!
20