Algemene verwijzingen naar de bedrading in het model: .
U moet kabels gebruiken met een kerndiameter van ten minste 0, 75 mm² voor de aansluiting van de
voeding. Voor alle overige verbindingen kunt u kleinere kabels gebruiken zoals 0, 25 mm².
Helaas zijn de snelheidsregelaars en motoren in het model vaak sterke storingsbronnen die de
elektronische schakelingen van de soundmodule of het geluid kunnen storen(fluiten of brommen in de
luidspreker). Alle motoren moeten daarom absoluut worden ontstoord!
Het is ook belangrijk erop te letten dat je de best mogelijke 'schone' draad route volgt. Je moet zoveel
mogelijk korte draden gebruiken en elke onnodige overlengte vermijden. De draden van de
voedingsspanning van de soundmodule moeten zo direct mogelijk worden aangesloten op de batterij die
voor het rijden bestemd is.
Een afzonderlijke route van bv. motorkabels kan aanzienlijke beteringen geven.
Als u toch nog storing ondervindt ‐ veroorzaakt door een gebruiker ‐ kunt u een elektrolytische
condensator (van bijvoorbeeld 1000μF of groter) dicht bij de positieve pool van de gebruiker en op de
soundmodule aansluiten.
17