Controleren van voorremblokken
en achterremschoenen
De voorremblokken en achterremschoenen
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Remblokken voorrem
ZAUM0243
1. Remvoeringdikte
Controleer elk voorremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 3.5 mm (0.14 in), vraag dan
een MBK dealer de remblokken als set te
vervangen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU22380
Remschoenen achterrem
DAU22400
ZAUM0059
1. Slijtage-indicator
2. Slijtagelimiet
De achterrem heeft een slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden ge-
1
controleerd zonder de rem te hoeven de-
monteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
schoenslijtage te controleren. Wanneer een
remschoen zover is afgesleten dat de slijta-
ge-indicator bij de slijtagelimiet komt, vraag
dan een MBK dealer de remblokken als set
te vervangen.
DAU22540
Controleren van remvloeistofni-
veau
Controleer alvorens te gaan rijden of de
1
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van het
reservoir horizontaal staat. Vul indien nodig
remvloeistof bij.
2
ZAUM0900
1. Merkstreep minimumniveau
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
6-14
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
WAARSCHUWING
DAU32345
1
6
DWA15990