6.10 Motor starten / uitschakelen
Lees de bedieningshandleiding van de motorfabrikant.
GEVAAR!
Laat de motor nooit in een gesloten of krappe ruimte draaien. De uitlaatgassen bevatten giftig kool-
monoxide. Let erop dat de rij- en borstelaandrijving zijn uitgeschakeld.
Het stuur moet veilig in de gewenste hoogte vastgeklikt zijn.
BELANGRIJK!
Voordat u de motor start, controleert u of het carter van de motor met voldoende olie is gevuld. De
motor bevat bij levering van de onkruidborstelmachine om transportredenen geen motorolie.
1. Starten van de motor
1) Zet de gasregelhendel
op
choke.
2. Regeling van de rijsnelheid
BELANGRIJK!
Wanneer de motor is warmgedraaid, moet de gasregelhendel uit de chokestand worden gezet.
De choke mag niet worden gebruikt als de motor warm is of als de luchttemperatuur hoog is.
3. Uitschakelen van de motor
1) Zet de gasregelhendel
op
2) Druk de knop in tot de
motor loopt
langzaam = gasregelhendel op
snel = gasregelhendel op
25
zetten
zetten
Ingebruikname