Ingebruikname
6 Ingebruikname
6.1 Belangrijke veiligheidsinstructies voor normaal gebruik
Laat elk handelwijze achterwege die de veiligheid in
gevaar kan brengen.
Maak u vóór het begin van de werkzaamheden ver-
trouwd met de werkomgeving op de werklocatie. Tot
de werkomgeving behoren onder meer obstakels in het
werk- en verkeersgebied, het draagvermogen van de
bodem en hulpmiddelen die nodig zijn om het openbare
verkeersgebied af te schermen van de werklocatie.
Neem zodanige maatregelen dat de machine uitsluitend
in veilige en goed functionerende staat gebruikt wordt.
Gebruik de machine uitsluitend als alle beschermkap-
pen en veiligheidsgerelateerde voorzieningen, zoals
afneembare afdekplaten, geluiddempers en afzuig-
voorzieningen, aanwezig zijn en goed functioneren.
Controleer de machine vóór elk gebruik op zichtbare
beschadigingen en defecten. Meld geconstateerde ver-
anderingen (waaronder van de werking) meteen aan de
dealer. Zet de machine indien nodig onmiddellijk stil
en zorg ervoor dat deze tot nader order niet gebruikt
kan worden.
Zet de machine in geval van een defect onmiddellijk
stil en zorg ervoor dat deze tot nader order niet gebruikt
kan worden. Laat defecten meteen verhelpen.
Start machines uitsluitend vanaf de bestuurdersplaats.
Neem de in- en uitschakelinstructies en de contro-
le-LED's overeenkomstig de bedieningshandleiding
in acht.
6.2 Gebruik van de machine in de winter
GEVAAR!
Sproei nooit met siliconenspray op de hete motor. Er kan brand ontstaan. Let op de instructies op
de spuitbus.
VOORZICHTIG!
Schakel de motor uit en laat hem afkoelen. De machine moet beveiligd zijn tegen onbedoeld starten.
&RQWUROHHUUHJHOPDWLJRIKHWOXFKW¿OWHUGURRJLV,Q-
GLHQKHW¿OWHUGRRUVPHOWZDWHUYRFKWLJLVJHZRUGHQ
moet u het 's nachts laten drogen. Anders bestaat de
PRJHOLMNKHLGGDWKHWOXFKW¿OWHUEHYULHVWHQGHPRWRU
niet start. Sproei voor de ingebruikname de gaskabel,
de gasregelhendel en de stangen van de motor met
siliconenspray in. Zet de gasregelhendel telkens in
beide eindstanden, zodat eveneens de bowdenkabel aan
BELANGRIJK!
Stel de machine in een vorstvrije ruimte op. Voorkom dat de machine bevriest. Als iets is vastgevro-
ren, kan dit tot beschadigingen leiden.
Siliconenspray trekt stof aan. Het is daarom alleen in de winter bij sneeuw een geschikt onderhoud-
smiddel.
Controleer vóór het inschakelen of starten van de ma-
chine dat hierdoor niemand gevaar loopt.
Controleer vóór het wegrijden of werken met de
machine dat de remmen, de stuurinrichting, de con-
trole-LED's en verlichtingsinstallatie goed werken.
Controleer vóór het verrijden van de machine altijd of
de accessoires stevig vastzitten of veilig opgeborgen
zijn.
Neem bij het rijden op de openbare weg de toepas-
selijke verkeersregels in acht en zorg er indien nodig
van tevoren voor dat de machine in een dusdanige
staat verkeert dat deze aan het verkeer mag deelnemen.
Zorg bij slecht zicht en in het donker altijd voor toe-
reikende verlichting.
Houd altijd voldoende afstand tot bouwputten, bermen
en taluds.
Laat elke handelwijze achterwege die de stabiliteit van
de machine vermindert.
Rijd niet dwars over een helling. Houd de werkuitrus-
ting en de lading altijd zo dicht mogelijk bij de grond,
met name bij hellingafwaarts rijden.
Stem op hellingen uw rijsnelheid altijd af op de om-
standigheden. Schakel nooit op maar altijd vóór de
helling naar een lagere rijstand.
Zorg er bij het verlaten van de machine altijd voor dat
deze niet onbedoeld in beweging kan komen en dat
deze beveiligd is tegen onbevoegd gebruik.
de motor en aan de gasregelhendel wordt gesmeerd.
Daardoor wordt vermeden dat bevroren smeltwater
het mechanisme blokkeert. Voor het onderhoud van de
bowdenkabels van de andere hendels wordt eveneens
siliconenspray aanbevolen.
Na het vegen moet de machine met een borstel van
sneeuw worden bevrijd.
14