Continu-opnamestand (serieopname)
Gebruik deze stand om de details van een bewegend
onderwerp vast te leggen door een continue reeks
beelden te maken.
1
Druk op de d knop en bevestig of wijzig de
instellingen in het continu-opnamemenu.
• Zie "Continu-opnamemenu" (A55) voor meer
informatie.
• Druk op de d knop na het wijzigen van de
instellingen en keer terug naar het opnamescherm.
2
Kadreer het onderwerp en druk af.
• Het scherpstelveld verschilt, afhankelijk van de
instelling van AF-veldstand (A37) die kan worden
geselecteerd in de A tab nadat u hebt gedrukt op de
d knop.
Wanneer AF-veldstand is ingesteld op
Gezichtprioriteit (standaardinstelling), dan
detecteert de camera gezichten en stelt hierop scherp,
of selecteert automatisch de scherpstelvelden (maximaal negen) met daarin het
onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt (A28). (Zie "Gezichtsdetectie
gebruiken" (A75) voor meer informatie.)
• Druk de ontspankknop half in om de scherpstelling en belichting te vergrendelen.
• Wanneer Continu H, Continu L, Vooropnamecache of BSS in het continu-
opnamemenu is ingesteld, dan worden foto's gemaakt terwijl de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt.
• Wanneer Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot 16 wordt
geselecteerd in het continu-opnamemenu, dan wordt het ingestelde aantal foto's
gemaakt wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Het is niet nodig om de
ontspanknop ingedrukt te blijven houden.
• De scherpstelling, belichting en witbalans worden op vast ingesteld op de waarden
voor de eerste opname uit de reeks.
• Na het maken van een foto keert de camera terug naar het opnamescherm. Als O
wordt weergegeven, schakel de camera dan niet uit.
Continu
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
Continu
ISO-waarde
AF-veldstand
Autofocus-stand
2 9 m 0 s
1 1 4 0
1 1 4 0
53