Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Akrobat ORBIT Gebruikershandleiding pagina 8

Inhoudsopgave

Advertenties

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR U GAAT SPRINGEN
Goed bewegen bij trampolinespringen is bewegen met een goede vormspanning.
Wat is vormspanning?
Dat is zich op het juiste moment op de perfecte manier kunnen spannen.
Wat is spannen?
Spannen is het aaneenspannen van de spieren waardoor men een gewricht in een bepaalde positie
kan vastzetten en het lichaam een bepaalde vorm aanneemt.
Rechtop staan tegen de muur, met de voeten iets vóór de muur. Romp rechtop, en de onderrug en
het bovenlichaam plat tegen de muur gedrukt; het bekken is achterover gekanteld (bilspieren
aanspannen en de navel intrekken)
Waarom vormspanning?
Door het lichaam te spannen neemt de kaatskracht van het lichaam toe.
Werken met vormspanning verbetert het evenwicht en het evenwichtsgevoel.
Door een goede spanning kan men veilig trampolinespringen. Spierspanning is als een
korset rond de gewrichten. Er zijn nogal wat schokken op te vangen. De afzet en de
landing mogen nooit slap gebeuren. Doordat men de buik- en borstholte kleiner maakt
neemt de spanning toe en blijven de organen op hun plaats.
HET SPRINGEN
1. Spring altijd in het midden van de mat. Het springen op de randen kan blessures
veroorzaken en kan de veren doen overstrekken
2. Spring niet te hoog vóórdat u de controle op een goede balans heeft en zonder
moeite bij elke sprong in het midden van de mat belandt.
3. Kijk gericht naar het einde van de trampoline. Dit helpt om de balans te houden.
4.
Bouw Uw springtijd geleidelijk op en stop als u moe bent.
De volgende oefeningen van dit boekje helpen u om de basisoefeningen van het trampolinespringen te leren.
STREKSPRONG
Gebruik deze oefening om warm te springen en te wennen aan de trampoline.
Probeer het lichaam recht te houden (buik in, billen aaneengespannen). De benen
dienen enigszins uiteen te zijn bij het landen op de mat. Houd tijdens het springen
de benen gesloten en de tenen gestrekt. Houd de ogen steeds gericht naar het
midden van de eindbuis of randkussen. Bij het begin van een sprong dient men zich
hard met de onderkant van voeten en tenen af te zetten. Strek het lichaam en zwaai
de armen van voor naar schuin hoog, vervolgens via zijwaarts naar laag
(ronddraaiende beweging). Bij het neerkomen op de mat erop letten dat de armen
naast het lichaam zijn en de voeten enigszins uiteen. Met platte voeten op de mat
landen. Buig ook iets door de knieën.
BELANGRIJK: WAT TE DOEN ALS U DIRECT WILT STILSTAAN?
Buig de knieën zodra de voeten de mat raken. (Doe alsof men op een stoel gaat
zitten). Oefen deze beweging totdat deze vertrouwd is en men onmiddellijk stil kan
staan als men denkt uit balans of uit het midden van de mat te geraken.
HURKSPRONG
Begin zoals bij een streksprong. Op het hoogste punt van de sprong, de knieën naar
de borst brengen en de scheenbenen even aantikken.
Strek het lichaam en breng de armen naast het lichaam vóór het neerkomen op de
mat.
5.
Begin met de basissprongen en ga niet verder totdat u deze
goed onder controle heeft.
6.
Probeer geen salto's, schroefsprongen etc. zonder deskundige
instructie en begeleiding.
7.
Doe geen overmoedige of onverantwoorde dingen. Deze kunnen tot
ongelukken leiden.
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

2017.127.02

Inhoudsopgave