8
Verhelpen van storingen en klantenservice
Het apparaat is volgens de modernste productiemethoden geproduceerd en meerdere keren op een pro-
bleemloze werking gecontroleerd. Mochten er desondanks toch storingen optreden, controleer dan de
werking van het apparaat aan de hand van onderstaande lijst. Als alle controles zijn uitgevoerd en het appa-
raat nog steeds niet probleemloos werkt, neem dan contact op met het servicepunt bij u in de buurt.
Beschrijving van de fout
Het apparaat kan niet worden
ingeschakeld
Het apparaat start niet of schakelt
zelfstandig uit.
Het apparaat werkt zonder of met
een verminderd koelvermogen.
Het apparaat reageert niet op de
infrarood-afstandsbediening.
Het touchdisplay reageert niet op
de invoer.
Er treedt condens naar buiten bij
het toestel.
Oorzaak
Geen stroomvoorziening
De batterijen van de afstandsbe-
diening zijn leeg.
De stroomvoorziening is onder-
broken.
Gebruikstemperatuurbereik onder
resp. overschreden.
De afvoerleiding is geblokkeerd of
langer dan 1 meter.
Verontreinigd filter, aanzuig- en/of
uitblaasopening door vreemde
objecten geblokkeerd.
De minimale vrije ruimte is te
klein.
Ramen en deuren geopend/
verhoogde warmtebelasting.
De bedrijfsmodus "Koelen" is niet
ingesteld.
De batterijen van de afstandsbe-
diening zijn leeg of de afstand tot
het apparaat is te groot.
Verkeerde polariteit van de batte-
rijen na vervanging.
Toetsvergrendeling geactiveerd.
Apparaat hangt niet horizontaal.
De stop van de condensafvoer of
de noodafvoer is onjuist geplaatst
of beschadigd
Oplossing
Controleer de stroomvoorziening
Vervang de batterijen
Controleer de stroomvoorziening.
Neem het gebruikstemperatuurbe-
reik van 18 tot 35 °C in acht.
Zorg voor een vrije weg van de
afvoerlucht. Kort de afvoerleiding
in.
Filter reinigen.
Neem de minimale afstand in
acht.
Sluit ramen en deuren/verlaag de
warmtebelasting.
Stel de bedrijfsmodus correct in.
Plaats nieuwe batterijen/verklein
de afstand.
Plaats de batterijen met de polen
in de juiste richting. Let op de
markering.
Toetsvergrendeling deactiveren.
(zie hoofdstuk "Bediening")
Apparaat horizontaal uitlijnen
Plaats de stop op de juiste wijze
of vervang hem zo nodig.
23