De camera aanzetten
1
Klep voor batterij / kaart
De batterijen in de camera plaatsen
Plaats batterijen in de camera. Gebruik één CR-V3 of twee AA-lithiumbatterijen,
AA Ni-MH-batterijen of AA-alkalinebatterijen.
1
Schuif de klep voor de batterijen / kaart in de door de pijl aangegeven
richting en til de klep omhoog.
2
Plaats de batterijen volgens de poolaanduidingen (+/-) in het
batterijcompartiment.
3
Sluit de klep voor de batterijen / kaart en schuif deze horizontaal terug
om de klep te sluiten.
Gebruik bij langdurig cameragebruik de netvoedingsadapter
D-AC5 (optioneel) (blz. 14).
• CR-V3 batterij, AA-lithiumbatterijen en AA-alkalinebatterijen zijn niet
oplaadbaar.
• Open de klep van de batterijen / kaart niet en neem de batterijen niet
uit wanneer de camera aan staat.
• Als u de camera langere tijd niet denkt te gebruiken, verwijder dan de
batterijen. Als dit niet gebeurt, kunnen de batterijen gaan lekken.
• Als de datum en tijd niet juist zijn wanneer u na langere tijd nieuwe
batterijen in de camera plaats, volgt u de procedure voor "Datum en tijd
instellen" (blz. 19).
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd om zijn
geplaatst, functioneert de camera niet naar behoren.
12
1
(bij gebruik van AA-batterijen)
2
(bij gebruik van CR-V3)
2