Het beeld optimaliseren
Wandkleur gebruiken
Mocht u willen projecteren op een gekleurd oppervlak, zoals een geverfde muur die niet wit is, dan kan de functie
Wandkleur helpen de kleur van het geprojecteerde beeld te corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het
oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel mogelijk wordt beperkt.
Gebruik deze functie door naar het menu WEERGAVE > Wandkleur te gaan en druk op
kiezen die het dichtst de kleur van het projectieoppervlak benadert. U kunt uit diverse vooraf ingestelde kleuren
kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.
Een beeldmodus selecteren
De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de
modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het
beeldtype van het ingangssignaal.
Volg één van de volgende stappen om een geschikte gebruiksmodus te
kiezen.
•
Druk herhaaldelijk op MODE op de projector of
afstandsbediening totdat de gewenste modus is geselecteerd.
•
Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus en druk op
een gewenste modus te selecteren.
De beschikbare beeldmodi voor de verschillende typen signalen vindt
u hieronder.
Pc-signaalingangen: D-Sub/Comp. (analoog RGB) en DVI-D (dvi-d)
1.
Dynamisch modus: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor
omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
2.
Presentatie modus: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze modus opdat de
kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
3.
sRGB modus: In deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven, waardoor de
beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van
foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken
van grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
4.
Bioscoop modus: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van digitale camera's of DV's
via de pc-ingang wanneer de projector in een donkere omgeving wordt gebruikt.
5.
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de
momenteel beschikbare beeldmodi. Zie
pagina 31
voor details.
Video-ingangssignalen: component (YPbPr), S-Video, Video, D-Sub/Comp. (YPbPr), DVI-D
(HDCP/HDMI)
1.
Dynamisch modus: Is geschikt voor het spelen van videospellen via een spelconsole in een normaal
verlichte kamer.
2.
Standaard modus: Is geschikt voor de kleurrijke films, videoclips van digitale camera's of dv's.
3.
Bioscoop modus: Is geschikt voor het afspelen van donkere (dvd-)films in een thuisbioscoop of in een
donkere kamer.
4.
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de
momenteel beschikbare beeldmodi. Zie
pagina 31
voor details. De hier genoemde standen Gebruikersmodus 1 en Gebruikersmodus 2 verschillen
van de standen Gebruikersmodus 1 en Gebruikersmodus 2 aangegeven onder de D-Sub/Comp. (analoog
RGB)/DVI-D (dvi-d) signaalingang.
30
Bediening
/
om
"De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen" op
"De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen" op
/
om de kleur te
Tijdens de zeer korte tijd
tussen het overschakelen naar
een andere beeldmodus, kan
een lichte variatie qua
helderheid en kleur worden
geobserveerd.