Aansluitingen
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1.
Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2.
Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.
Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie
"Inhoud van de verpakking" op pagina
Een computer of beeldscherm aansluiten
Een computer aansluiten
De projector heeft een VGA-ingang waarop u IBM®- en Macintosh®-compatibele computers kunt aansluiten. Als
u verbinding maakt met oudere Macintosh-computers, hebt u een Mac-adapter (optioneel accessoire) nodig.
De projector aansluiten op een laptop of desktopcomputer:
•
Met een VGA-kabel:
1.
Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde VGA-
kabel aan op de D-Sub-uitgang van de computer.
Sluit het andere uiteinde van de VGA-kabel aan
op de D-SUB/COMP. IN-signaalingang van de
projector.
2.
Wilt u tijdens de presentatie ook gebruik maken van de luidspreker (gemengd monogeluid), sluit dan een
geschikte audiokabel aan tussen de audio-uitgang van de computer en de AUDIO-aansluiting van de
projector.
Als het audiosysteem is aangesloten, kan dit via de schermmenu's (OSD) van de projector worden bediend.
Zie
"Geluidsinstellingen" op pagina 43
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
Laptop of
desktopcomputer
16
Aansluitingen
voor details.
1
1
2
7). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
•
Met een dvi-d-kabel:
De computer moet over een dvi-d-ingang
beschikken.
1.
Pak een dvi-d-kabel en sluit het ene uiteinde aan
op de dvi-d-uitgang van de computer. Sluit het
andere uiteinde van de kabel aan op de DVI-D-
signaalingang op de projector.
1. VGA-kabel
1. Dvi-d-kabel
2. Audiokabel
Bij notebooks worden de
externe videopoorten
vaak niet ingeschakeld
wanneer een projector is
aangesloten. Met de
toetsencombinatie
FN + F3 of CRT/LCD kunt
u de externe weergave
doorgaans in- of
uitschakelen. Zoek op de
notebook de functietoets
CRT/LCD of de
functietoets met een
beeldscherm. Druk
tegelijkertijd op FN en
een van deze toetsen.
Raadpleeg de
handleiding bij uw
notebook voor meer
informatie over mogelijke
toetsencombinaties.