Inhoudsopgave
Advertenties
28
Alpha Pro laadregelaar – Gebruikers- en installatiehandleiding
PROBLEEM
Geen uitgangsvermogen,
alle led-lampjes van de
Alpha Pro zijn uit.
Spanning op de
aansluitingen [reg aan] en
[+bat] van de regelaar is in
beide gevallen 12/24V.
Toerentellerindicatie is te
laag of schommelt.
Regelaar blijft continu in
bulkfase (led-lampje voor
bulk blijft branden).
Alpha Pro keert niet terug
naar bulkfase wanneer een
hoge belasting wordt
ingeschakeld
Dynamo wordt heet terwijl
motor niet draait
MOGELIJKE OORZAAK
• Zwarte draad [gnd] is los.
• Alpha Pro defect.
• Een door een dynamo
aangedreven toerenteller kan zijn
waarde verminderen of fluctueren
wanneer de Alpha Pro
overschakelt van absorptie naar
float als de accu volledig geladen
is zonder belasting
• Motortoerental is te laag.
• Onjuiste kalibratie van de
toerenteller.
• Dynamo is overbelast.
• Defecte accu's, kortsluiting tussen
cellen.
• Defecte dynamo
• Capaciteit van de dynamo is te
laag.
• Zodra de regelaar in de
absorptiefase staat, wordt een
timer gestart. Na deze tijd schakelt
de regelaar over op float en blijft
deze fase actief.
• Rotorveldwikkelingen worden nog
steeds bekrachtigd terwijl de
motor niet draait.
• Regelaar is nog steeds aan (bulk-
/abs-/flo-led brandt)
OPLOSSING
Controleer de zwarte draad [gnd]
(referentie 2 op de installatietekeningen
in de Alpha dynamo
Installatiehandleiding).
Vervang Alpha Pro.
Sluit de W aan op de Alpha Pro. Zie
Afbeelding 10.
Verhoog het motortoerental.
Stel de toerenteller af op basis van de
poelieverhouding.
Schakel een belasting uit; (deel van)
verbruikers.
Controleer de accu's en vervang ze
indien nodig.
Dynamo controleren en indien nodig
vervangen.
Gebruik een dynamo met meer
capaciteit of verhoog de laadcapaciteit
door een extra lader te gebruiken. Vraag
uw Mastervolt-vertegenwoordiger om
advies.
Geen actie nodig. Hij keert terug naar
Bulk wanneer de spanning daalt tot
onder 12,8V/25,6V
Schakel de gelijkstroom onmiddellijk uit
om te voorkomen dat de veldwikkelingen
van de dynamo beschadigd raken door
oververhitting. Controleer of het
oliedrukcontact of het ontstekingsrelais
correct werkt. Deze schakelaar (S1)
moet open zijn als de motor niet draait.
Controleer bedrading tussen accu en
aansluiting [reg aan].
Advertenties
Inhoudsopgave
